Voetballen in ‘klein Egypte’

Het had maar weinig gescheeld of ze waren verdronken. In de vergetelheid geraakt. Geschiedenis geworden. Het dorp dat ze in mijn jeugd ook wel klein Egypte pleegden te noemen. Het einde van de wereld. Waar je niet heen kon omdat alles met kranten zat dichtgeplakt. Het dorp met de statige toren waar menig verhaal is ontstaan. Het dorp waar de houtzaag-, koren- en pelmolen Fram aan de Kollerijweg een blikvanger is. Het dorp waar De Bongerd het middelpunt van het sportieve leven is.

door Nanko Kiel

Woltersum is altijd klein gebleven. Van grootheidswaanzin hebben ze daar nog nooit gehoord. Dat geldt ook voor de plaatselijke voetbalclub. Opgericht in de zomer van 1919 door een aantal pubers. Omdat ze georganiseerd een balletje wilden trappen. Competitiewedstrijden speelde men pas in het seizoen 1925/1926. Omdat er al een club met de naam WVV bestond, werd besloten er gewoon Woltersum van te maken.

In de tijd van de Groninger voetbalbond GVB was Woltersum succesvol. Dat was mede te danken aan Wiebe Brink die de kneepjes van het vak bij Velocitas had geleerd. De Woltersummers wisten niet wat hen overkwam. Dat wat zij ooit op voetbalgebied hadden geleerd, bleek slechts een klein onderdeel van het voetbalspel te zijn. De ontwikkeling van de spelers had een enorme weerslag op de sportieve prestaties. Het ene na het andere kampioenschap werd binnengesleept. Met de komst van een ander boegbeeld van Velocitas werd in het seizoen 1937/1938 opnieuw succes geboekt. Men promoveerde van de derde naar de tweede klasse van de onderafdeling met 32 punten uit 22 wedstrijden en een doelsaldo van 71-37.

De rit naar de promotie- degradatiewedstrijden, en dan vooral die naar Zwartemeer, zullen velen zich niet meer herinneren maar was memorabel genoeg. Voetballend wisten de spelers hun fans niet naar een kookpunt te begeleiden, maar snikheet was het die zondag wel. Het was zelfs zo warm dat er meerdere keren gestopt moest worden om een luchtje te kunnen scheppen. Dat gebeurde onder meer in Zuidlaren. Kennelijk hadden de spelers het wel naar de zin daar. Zij vatten het woord pleisteren wat al te letterlijk op en bleven zelfs plakken toen de vrouwen al weer hoog en breed in de bus zaten. Sommigen kozen er zelfs voor om de vrouwen maar te laten gaan en zelf met de tweede bus te vertrekken.

Een ander onvergetelijk moment was een wedstrijd tegen het Winschoter WVV. De voormalige naamgenoot had nog geen enkele wedstrijd verloren en stond al op 92 treffers. Tegen Woltersum zou de magische grens van 100 goals behaald moeten worden. Het liep even anders, want Woltersum had na vijf minuten spelen al drie keer gescoord, al werd de derde dan aook afgekeurd. De ploeg legde zich daarna toe op het verdedigen van de voorsprong en deed dat met succes. Vooral Jopie Blaauw was de held van de dag. Hij had de befaamde goalgetter Eppie Meulema volledig in zijn zak. De bezoekers hoefden slechts een keer te buigen en brachten het ongenaakbare WVV de eerste nederlaag van het seizoen toe: 2-1.

Roemrucht kun je het verleden wel noemen van de club uit het dorp dat slechts enkele honderden zielen telt. Op het veld gaat het inmiddels een stuk minder met de withemden. In het seizoen 96/97 dook Woltersum in de vijfde klasse op maar wist zich niet te handhaven. Na zes seizoenen degradeerden ze naar de zesde klasse om een jaar later kampioen te worden en de stap omhoog opnieuw te maken. Ook nu duurde de vreugde niet lang, want twee seizoenen na de promotie was men weer terug bij af. Na de opheffing van de zesde klasse heeft SV Woltersum, zoals men tegenwoordig heet en die zichzelf graag profileert als de gezelligste club van het Noorden, altijd een bescheiden rol gespeeld. En dat is nu niet anders. Of ze zich er erg druk om maken in het dorp achter de wankele dijk van het Eemskanaal? Nou, reken maar.

De inwoners zijn altijd trots geweest op de zelfwerkzaamheid en nog meer op de prestaties, zoals de aanleg van het voetbalveld, die samen zijn verricht. In het jaarverslag van 1960 staat daar het volgende over: „Deze machtige demonstratie van gezonde gemeenschapszin en van waarachtige bereidheid tot het brengen van offers legt ons als sportbeoefenaars de plicht op alles te doen om goede resultaten te bereiken”. Waarvan akte. En ik waag het te betwijfelen dat ze het hoofd in de schoot zouden gooien als het Eemskanaal toch buiten zijn oevers zou treden. Al zouden ze hem, bij wijze van spreken dan, ook met kranten moeten dichtplakken. Het zit namelijk niet in de aard van de Woltersummers om op te geven. En ik kan het weten. Omdat ik er jaren heb gewoond.

No Replies to "Voetballen in 'klein Egypte'"