Damster Rowdy Meijer voor tiende jaar in Kosovo

Damster Rowdy Meijer voor tiende jaar in Kosovo

Rowdy Meijer uit Appingedam bevindt zich momenteel weer in Kosovo. In de plaats Pejë om precies te zijn. De Damster is al tien jaar verbonden aan de voetbalschool van voetbalclub Fc Olti, waar hij jaarlijks diverse trainingen geeft. En niet zonder succes, want steeds meer teams weten zichzelf naar een hoger niveau te tillen. ‘Het is een club van discipline en respect’, legt Meijer uit.

Pejë is een gemeente en is met 97.000 inwoners en is daarmee de vierde stad van Kosovo. De stad is de hoofdplaats van het gelijknamige district dat ruim 170.000 inwoners telt. Er kan rustig gesteld worden dat Meijer al behoorlijk ingeburgerd is. ‘Dat klopt. Het is al zo ver gekomen dat ik herkend word door voor mij volslagen onbekende Kosovaren. En van de mensen die ik wel ken, komen alleen maar complimenten. Vaak krijg ik ongevraagd korting en in sommige gevallen hoef ik mijn boodschappen niet eens te betalen. Ik wil dat niet maar hoe ik ook aandring, ze laten me gewoon geen keus.’

De Noord-Groninger komt ieder jaar met een schat aan ervaringen terug naar Nederland. Ondanks dat is de trip naar Kosovo allesbehalve een zomers uitje. Er wordt hard gewerkt om de kwaliteiten van de Kosovaarse jeugd op te krikken. Meijer doet dat niet alleen. Hij weet zich verzekerd van de hulp van andere trainers. Een samenwerking die Meijer als ‘prettig en plezierig’ omschrijft. En van de drie nieuwe trainers die zich aan de club heeft verbonden is een voormalig jeugdspeler die het vak ook wil leren. En hij schijnt het volgens de berichten erg goed te doen.

Het is momenteel warm in Kosovo. De temperatuur ligt er rond de dertig graden en in die omstandigheden worden er per dag drie trainingen afgewerkt. Alleen op de zondag traint men er niet, al is het ook geen zeldzaamheid dat er dan een oefenwedstrijd staat gepland. Zoals gezegd werpt de oefenstof zijn vruchten af. Drie teams van Fc Olti zijn namelijk kampioen geworden. ‘Kwalitatief zijn de elftallen er sterker op geworden. Daardoor is het mogelijk dat ze ieder jaar om de titel meestrijden en uiteindelijk en gooi naar het landskampioenschap kunnen doen.’

Hoewel voetbal de hoofdmoot vormt, wordt het sociale aspect ook niet vergeten. Aan een plaatselijke basisschool kon en cheque overhandigd worden met daarop een bedrag dat binnen DVC Appingedam bijeen was gehaald. Met het geld wordt er ruimte geschapen voor leerlingen die vanwege een beperking extra aandacht nodig hebben. Meijer hoopt dat de ruimte volgend jaar klaar is en dat hij deze dan kan bewonderen. Ook zijn er donaties naar een tweetal andere instanties gegaan.

Voor Fc Olti en Meijer is het nu het tiende jaar dat men samenwerkt. De Damster, die zich de Albanese taal al aardig eigen heeft gemaakt, hoopt de komende weken nog veel voor de club te kunnen betekenen. Zodra hij weer terug is in Nederland, gaat de trainer pogingen ondernemen om drie Kosovaarse teams volgend jaar naar Appingedam te halen. Zij zouden dan aan het Damster Jeugdtoernooi moten deelnemen. Zo ver is het echter nog niet en dus stuurt de Damster zijn belevenissen de komende tijd nog even voor zich uit. Op bijgaande foto’s de kampioensteams en het moment van de overhandiging van de cheque.

Nieuwe uitdaging voor Christian Lambeck van NEC Delfzijl

Nieuwe uitdaging voor Christian Lambeck van NEC Delfzijl

Bij vierdeklasser NEC Delfzijl kwam onlangs een vacature vrij als assistent-trainer van de A-selectie onder leiding van hoofdtrainer Roy Kamps. Deze functie is nu voorzien met de aanstelling van oud-speler Christian Lambeck. De derdejaars student Human Resource Management aan de Hanzehogeschool in Groningen ziet de kans als een mooie uitdaging en hoopt hierin nog meer te kunnen betekenen voor de club. ‘Mijn jongensdroom viel in duigen en het deed pijn om te moeten stoppen met voetbal, maar dit is een mooie stap op weg naar een carrière als zelfstandig trainer’ aldus de in Groningen woonachtige Lambeck.

Het inrichten van de staf rondom de A-selectie werd door de technische commissie van NEC Delfzijl en Roy Kamps onder de loep genomen na het wegvallen van Allard Janssen. Het aanstellen van een assistent-trainer werd als een meerwaarde ervaren en vandaar dat men besloot de vacature opnieuw in te vullen. Met de achterliggende gedachte dat de stap toekomstgericht moest zijn, werd besloten om Christian Lambeck een kans te geven de functie te bekleden. Lambeck was afgelopen seizoen al nauw bij het eerste elftal betrokken, nadat hij daarvoor als speler afwisselend in het eerste en tweede team had gespeeld. Door ernstige blessures bleek hij echter niet meer in staat om zelf nog actief te voetballen. Toch wilde hij graag iets met voetbal binnen de vereniging blijven doen. De TC van de club en Kamps achten Lambeck geschikt om gezamenlijk de A-selectie op voetbalgebied te kunnen begeleiden op voetbalgebied. De nieuwe assistent zal een intern opleidingstraject- en de benodigde KNVB-opleidingen volgen.

Op zijn vierde startte de nu 23-jarige Lambeck met voetballen bij de kabouters van NEC Delfzijl, waarbij hij de fijne kneepjes van het voetballen leerde van Fré Prakken. ‘In de jeugd test men voetballers om op alle posities te spelen. In mijn geval was het al snel duidelijk dat ik een spits zou worden. Vanaf de E- en D-pupillen begon voetbal een steeds serieuzere wending te krijgen. Er kwamen steeds meer scouts langs de lijn staan en er vielen nogal eens brieven op de deurmat van mijn ouderlijk huis.’ Vooral bij de regioteams van de KNVB leek het een succes te worden voor hem.

Drie jaar lang bleef hij goed in beeld en elke woensdag trainde de jongeling met een groep jongens uit de regio in Wildervank. Ook Djaël Tualena van het Delfzijlster vlaggenschip was daar een van zijn grote concurrenten. Op zijn twaalfde maakte ik de overstap naar VV Appingedam D1. ‘Om in beeld te blijven bij de scouts werd mij aangeraden op een hoger niveau te gaan spelen. Appingedam speelde destijds hoofdklasse. Hier heb ik slechts één seizoen kunnen spelen. In een dribbel waar niemand in de buurt was verdraaide ik mijn knie en scheurde ik voor de eerste keer mijn voorste kruisband in de rechterknie. Al snel werd duidelijk dat een operatie nodig was om het te herstellen, maar door adviezen van de orthopeden kon dat niet vanwege de groeischijven in je knie.’

De jongensdroom om profvoetballer te worden viel op dat moment voor hem dan ook in duigen. Om toch nog te kunnen voetballen en moeten wachten tot hij uitgegroeid was, besloot Lambeck naar het Delfzijlster voetbal terug te keren. Eems Boys en Neptunia waren toen al tot NEC Delfzijl samengesmolten. Spelen met een kniebrace was niet ideaal, maar de liefde voor het voetbal was bij hem aanmerkelijk groter dan de pijn die de knie veroorzaakte.

Op mijn zeventiende stond eindelijk de operatie gepland voor zijn voorste kruisband. De ingreep verliep prima en de revalidatie van twaalf maanden kon beginnen. Alles leek goed hersteld en Lambeck mocht weer voetballen. ‘Ik stroomde bij NEC in bij de A1 waar ik een goed seizoen draaide en zesendertig goals wist te scoren. Dat bleef niet onopgemerkt bij Kees Pranger en ik mocht al snel mijn debuut maken in het eerste elftal. Met als hoogtepunt een belangrijke kopgoal tegen Griffioen in 2019, waardoor we ons dat jaar in de tweede klasse wisten te handhaven.’

Toch bleek het weer mis te gaan met dezelfde knie. Na ongeveer anderhalf jaar voetballen scheurde Lambeck tijdens een training op een dinsdagavond opnieuw zijn voorste kruisband af. En andermaal moest een operatie er voor zorgen dat hij weer zou kunnen voetballen. In maart 2021 werd hij geopereerd en een lange weg van revalidatie stond weer voor de deur. In dit jaar mocht hij als teammanager aan de slag bij het tweede elftal van NEC en deed dat met veel plezier. Na de revalidatie kon Lambeck weer voetballen en startte hij met minuten maken in het tweede team. Een aantal maanden later werd Fred Hansen de interim-trainer van het eerste elftal. Hij vroeg Lambeck om weer voor de hoofdmacht te komen spelen. ‘Natuurlijk was het antwoord daar meteen ja op. Tot bijna voor het einde van de competitie, het moment dat we zo goed als zeker uit de tweede klasse zouden degraderen, speelden wij tegen Achilles 1894 in Assen. Daar kwamen we vlak voor het einde van de eerste helft op voorsprong. Ik blokte een bal die vanuit de aftrap naar de verdediging werd gespeeld en die schoten hem meteen diep. Bij het springen kreeg ik de bal in mijn buik en bij de landing scheurde ik mijn kruisband opnieuw, maar nu die van de linkerknie.’

Omdat NEC Delfzijl die wedstrijd wist te winnen, leken er nog kansen te liggen op handhaving en daar wilde Lambeck, net zoals twee jaar eerder, aan meehelpen om dat te bewerkstelligen. ‘Dit lukte ons als team toen helaas niet, maar heb ik wel altijd nog alles kunnen geven. Pijnstillers slikken, knie inpakken en gaan. Elke wedstrijd ging ik door mijn knie heen, maar ik wilde niet opgeven want er was nog een kans. Na dat seizoen had ik een hele lange tijd nodig om pijnvrij te kunnen lopen en koos ik er uiteindelijk voor om te stoppen met voetballen. Dat doet pijn, want ik ben nog veel te jong om te stoppen. En goals maken was mijn passie. Maar je moet ook naar de toekomst kijken en dat gaat dan voor.’

Afgelopen seizoen kreeg hij de kans van Roy Kamps en Allard Janssen om toch bij de groep te blijven. Weliswaar niet meer als voetballer maar wel als verbinder van het team. Muziek regelen rondom wedstrijden, de social media rondom het eerste elftal bijhouden en helpen bij het organiseren van activiteiten. ‘Roy had mij eerder al verteld dat ik een rol in de staf zou krijgen maar toen Allard een nieuwe stap in zijn trainerscarrière maakte, belde Roy mij voor de functie als assistent-trainer. Dat ik trainer wilde worden was binnen de club al duidelijk. In eerste instantie werd nog gedacht aan jeugdtrainer, omdat ik de papieren heb om als pedagogisch medewerker aan het werk te kunnen door mijn vooropleiding Onderwijsassistent en hierin ook al enige ervaring had. Assistent van Roy zijn is een nog mooiere kans en ik zie het ook als een beloning voor het harde werken dat ik voor de club heb gedaan en nog doe. Voor deze kans ben ik Roy en de club dan ook enorm dankbaar. Het is een mooi opstapje naar een eigen trainerscarrière.’

Gevraagd naar de kwaliteiten van de verbinder en assistent van de Delfzijlster hoofdmacht, zegt Lambeck: ‘Mijn kwaliteit als trainer is het communiceren met de spelers en het begrijpen van hun individuele behoeftes. Ook ken ik de jongens goed en weet ik waar hun behoeftes liggen en hoe ik ze kan prikkelen om ze bij de les te houden. Onder Kees Pranger heb ik een prachtige tijd gehad als speler en veel over tactieken geleerd. Ook de manier waarop hij met de spelers communiceerde vond ik een fijne manier van werken. Ook Roy is daarin een voorbeeld voor mij als toekomstig trainer. Hij heeft zijn eigen visie ontwikkeld rondom voetbal die hij passend maakt aan het team. De manier hoe hij communiceert met zijn spelers is oprecht. Niemand krijgt voorrang, iedereen heeft gelijke kansen. Als je wilt spelen moet je het verdienen en alles in het belang van het team. Niet alleen van deze trainers, maar ook van de niet genoemde trainers neem ik de visies graag mee in mijn rugzak om zo een eigen visie te ontwikkelen. Ik ben hen allemaal dankbaar voor de manier waarop zij mijn voetbalcarrière hebben ingekleurd.’

NEC Delfzijl is na twee degradaties in de vierde klasse terecht gekomen en ontmoet daarin allerlei regionale clubs. Lambeck is van mening dat elk van die wedstrijden weer een mooi affiche op zich is. ‘Wij moeten laten zien dat we een team zijn dat voor niemand bang is en die samen een mooie prestatie kunnen neerzetten. Dat zijn wij niet alleen aan onszelf, maar ook aan de supporters die er altijd zijn verplicht. Over een bepaalde plek op de ranglijst wil ik het nog niet hebben, maar dat we hard ons best gaan doen om zo hoog mogelijk te eindigen zal geen verrassing zijn. We hebben de degradaties achter ons gelaten. Van de eerste degradatie zijn er überhaupt nog heel weinig over die dat hebben meegemaakt en van de tweede degradatie hebben er ook een hoop de club verlaten. We zijn de degradaties niet vergeten, maar halen hier de les uit met zaken die we in de toekomst anders willen zien.’

En de toekomst van NEC Delfzijl ziet er volgens Lambeck rooskleurig uit. ‘We hebben talentvolle jonge spelers, aangevuld met ervaren jongens die in potentie veel kunnen bereiken. Ook in de jeugd hebben wij goede trainers die de talenten van de toekomst al goed op de kaart zetten en ze klaarstomen voor het eerste elftal. Het is een goede ontwikkeling om te zien en ik ben dan ook benieuwd hoe dit zich in de toekomst gaat uitbetalen voor deze prachtige club.’