Voor de atleten van Loopgroep Bedum stond zaterdag in het teken van de ‘zomerklassieker’ Lauwersoog-Ulrum. Deze wedstrijd met start in Lauwersoog en finish in het gezellige Ulrum werd voor de 32e keer georganiseerd. De 750 deelnemers op de halve marathon (21,1 kilometer) en de tien kilometers genoten van een prachtige zomerse dag. De organisatie had met 200 vrijwilligers extra waterposten ingericht om de hardlopers onderweg de nodige verkoeling te brengen.
Op de 21,1 kilometer verbeterde Edwin van Wijk zich met ruim twee minuten tot 1.56.27 uur. De snelste van het vijftal op deze afstand was Alex Oskam met 1.44.41 uur. Hij is in voorbereiding voor de honderd kilometer in de Run van Winschoten in september. Rinze Kramer passeerde vlak na hem de meet in een sterkte tijd van 1.46.07 uur. Eva Toebak klokte 2.05.23 uur, terwijl Heino Pot zich met lichamelijk ongemak zich naar 2.22.26 uur wist te knokken. Op de tien kilometer wist de in goede vorm verkerende Miranda Hofsteenge zich opnieuw te verbeteren tot 56.35 minuten, waarmee ze de snelste dame was in de categorie vrouwen 50. Ze had in de 77-jarige Henk Schuitema een prima tempomaker (56.34 en daarmee vierde bij de mannen 60). Erik Stam (1.03.51), Johan Koster (1.03.59) en Sander de Vries (1.04.39) liepen ook deze fraaie ronde door en rondom Ulrum en Niekerk.
In Otterlo werd in vervolg op de trailrun van januari nu de ‘summer trailrun’ georganiseerd. Marijke Huisman en Irene Wigboldus gingen er opnieuw heen en hadden nu ook Arianne Hooghuis meegenomen. In deze run passeerde het trio diverse heuvels en zandvlakten. Met een lading zand in de schoenen kwamen ze na 10,5 kilometer gezamenlijk over de streep in een tijd van 1.22.47 uur.Opbovenstaande fot van Peter van der Hulst een vijftal atleten na de finish in Ulrum, met vanaf links; Miranda Hofsteenge, Edwin van Wijk, Henk Schuitema, Eva Toebak en Alex Oskam.
De hardlopers van de Loopgroep Bedum hebben zich weer van hun beste kant laten zien tijdens een tweetal evenementen. Op en rondom het natuurgebied Kardinge in Groningen werd afgelopen weekend de derde editie van de Kardingebultra georganiseerd. Dit is een 24 uurs-race met de start op zaterdagmiddag en de finish uiterlijk een etmaal later. Het betreft hier een afvalrace. Na het hele uur moet men op tijd terug zijn van de ronde van 6,706 kilometer anders val je af. In de laatste ronde gaat het erom wie de snelste is.
In elke ronde is de 32 meter hoge Kardinger Bult opgenomen. Na een uur vindt een herstart plaats. Een vijftal atleten van de loopgroep vond dit wel een mooie uitdaging. Chris Ruigendijk was samen met Bram Wubs en Alex Oskam voornemens om de gehele 24 uur vol te maken. De temperatuur van meer dan dertig graden gooide echter roet in het eten. De atleten konden in de resterende tijd binnen het uur dan wel een verkoelende plons nemen in het Zilvermeer, maar dat bleek uiteindelijk voor de meesten niet toereikend en velen kregen te maken met maagproblemen. Wubs hield het van het vijftal het langste vol met twaalf ronden, goed voor ruim tachtig kilometer. Ruigendijk liep in zijn derde deelname tien ronden (67 kilometer), waar hij en Wubs vorig jaar nog de honderd aantikten. Erik van Dijken en Alex Oskam hielden het negen ronden vol, goed voor 60 kilometer. Voor Oskam is dit een nieuwe langste afstand. Remko van der Sluis liep in een zestal ronden 40 kilometer. Het vijftal liep zo een totale afstand van 308 kilometer op Kardinge.
In Bovensmilde nam Miranda van der Molen deel aan een kleinschalige halve marathon (21,1 kilometer). Haar doel was om haar eerdere beste tijd aan te scherpen. Dat lukte haar meer dan verwacht en met een tijd van 1.56.58 uur was ze meer dan tien minuten sneller dan ooit tevoren. Op bovenstaande foto van Peter van der Hulst vanaf links de atleten Bram Wubs, Chris Ruigendijk, Erik van Dijken en Alex Oskam voor de start van de Kardingebultra.
Het seizoen 2024-2025 wordt voor de tafeltennissers van Klimaatgroep Stars uit Middelstum een historisch en memorabel jaar. De Eredivisionist staat aan de vooravond van een complete nieuwbouw van het eigen onderkomen. Dus volgt voor de club ook het afscheid van de oude accommodatie aan de Coendersweg. Het eerste team blijft bij elkaar. De berichten van eerder deze maand over de financiering van de nieuwbouw zijn een geweldige impuls voor het tafeltennis in Noord-Nederland. Met het nieuw te bouwen clubgebouw krijgt de vereniging de dubbele vloercapaciteit. Er is straks ruimte voor zo’n veertien tafels. Bovendien wordt de accommodatie beschikbaar voor andere gebruikers en is het onderkomen ook nog eens toegankelijk voor mindervaliden.
De vereniging werd opgericht in 1965 en dus viert Midstars in 2025 het zestigjarig bestaan. Het wordt hoe dan ook een gedenkwaardig jaar. Als alles volgens planning verloopt, staat de laatste activiteit op de oude locatie dan in de boeken en worden de eerste trainingen en wedstrijden in de nieuwbouw rond het twaalfde lustrum gespeeld. Voor het zover is, zal de vereniging ongeveer een halfjaar moeten uitwijken, aangezien het oude pand volledig gesloopt zal worden en de nieuwe behuizing op dezelfde plek zal verrijzen. De vereniging Midstars en dus ook het eerste team zullen voor die fase van de competitie tijdelijk een of meerdere uitwijklocaties moeten vinden. Ongetwijfeld ook een prachtige mogelijkheid om eens bij andere clubs in de regio te gast te zijn.
Het team van Klimaatgroep Stars dat de afgelopen seizoenen steevast de halve finales van de nationale competitie wist te bereiken, blijft in stand en wordt uitgebreid met een extra speler. Colin Rengers is gebrand op een goed seizoen en hoopt dit jaar met de ploeg de stap naar een finaleplaats te kunnen maken. Shuohan Men brengt een deel van de zomerperiode door in China. De Fransmannen Alexis Douin en Clément Chobeau blijven ook in het seizoen 2024-2025 inzetbaar en zullen tevens deelnemen aan de Top-20 op zondag 1 september 2024. Het team krijgt ook nog versterking van Jann Nayre, een 24-jarige speler afkomstig uit de Filippijnen. Hij heeft internationale ervaring en gaat tevens spelen in het Duitse Bietigheim-Bissingen.
Teammanager Jan Tammenga ziet het komende seizoen met veel belangstelling tegemoet. ‘De Eredivisie is in de breedte sterker dan de laatste jaren en het nieuwe seizoen belooft weer een interessante en spannende competitie op te leveren. Het wordt voor ons hoe dan ook een bijzonder seizoen waarin de verhuizing veel extra aandacht zal vragen.’
In het clubonderkomen van tafeltennisvereniging Midstars uit Middelstum wordt zondag 25 augustus de twaalfde editie van het OTC Veteranentoernooi gehouden. Deelname is mogelijk voor iedereen van 40 jaar of ouder. Het toernooi begint om tien uur en zal rond zes uur afgelopen zijn.
Het inschrijfgeld voor leden van de OTC is 4 euro en voor niet leden 5,50 euro. Betaling van het verschuldigde bedrag kanop de dag zelf. Het zal volgens de organisatie een gezellig toernooi worden, waarbij iedereen volop aan spelen toe komt en niet al na een paar uur is uitgeschakeld. In de kantine van de club kan men terecht voor verschillende drankjes en snacks. De inschrijving sluit op 20 augustus. ‘Het is wel verstandig om je tijdig op te geven, want vol is vol’, laat men van Midstars weten. Er kunnen maximaal 42 deelnemers worden ingeschreven. Aanmelden kan via Peter Streurman (otc-toernooi@midstars.nl). Bellen kan ook. Het nummer is 06-53775212.
Amper een week voor de start van de 56e Rondom de Bult van Usquert uitte voorzitter Klaas Smith van het plaatselijke wielercomité nog zijn zorgen over het voortbestaan van de wielerkoers. Het aantal inschrijvingen liet namelijk te wensen over. Uiteindelijk kwam het allemaal goed, moest er bij de dames een fotofinish aan te pas komen en veegde Axel van der Tuuk bij de heren het hele peloton op een hoop. En zo kon er aan het einde van de middag bij de organisatie toch nog een lach af. ‘Ik kan nu wel zeggen dat de 57e editie er ook gaat komen’, aldus Smith.
Vlak voor het begin van de dameskoers, waarvoor zich 23 deelneemsters hadden gemeld, viel de regen met bakken tegelijk uit de hemel en leken zelfs de weergoden niet mee te willen werken. De jury besloot de start op te schuiven en de koers in te korten. Naarmate de wedstrijd vorderde werd het wel iets minder nat en kregen de toeschouwers een spannende koers te zien. Er moest uiteindelijk een scherp oog aan te pas komen om de winnares aan te wijzen. Nationaal kampioen Manon de Boer uit Leeuwarden en stad-Groninger Haike Verbree gaven elkaar namelijk nog geen banddikte toe.
Uiteindelijk bleek Verbree enkele millimeters eerder te zijn gefinisht en daar was ze zelf nog het meest verbaasd over. ‘Echt joh? Was het verschil zo klein?’, vroeg ze zich hardop af. Als haar de finishfoto wordt getoond, kan er wel een glimlach af. Verbree won ook het eindklassement van de Dames Criterium Cup Noord, dat na drie wedstrijden werd opgemaakt. De andere twee waren in Kloosterburen en Zeijen verreden.
Bij de heren kon Usquert ruim veertig renners op de startlijst zetten, waaronder zelfs enkele prominenten zoals schaatser Jorrit Bergsma en Bert-Jan Lindeman, de wielrenner die in 2015 tijdens de Vuelta op de top van de van de Sierra Nevada-reus La Alpujarra als eerste wist aan te komen. Grote smaakmaker was echter Axel van der Tuuk uit Assen. Na 31 rondjes over de lokale kuitenbijter en inmiddels weer in de zon koersend, werd een kopgroepje gevormd van drie man. Van der Tuuk fungeerde daarbij als grote motor. De Drent bleef niet lang bij zijn medevluchters hangen. Hij schakelde een tandje bij en ging er als een raket vandoor. Het was de laatste keer dat ze hem in de rug konden kijken. Zijn voorsprong bedroeg op zeker moment meer dan een halve minuut. Op dat moment werd er aan kop van het peloton flink gesleurd in een poging om dichterbij te komen, maar dat lukte niet. Sterker nog, naarmate de koers vorderde was het niet meer de vraag wie de vluchter terug ging halen, maar of Van der Tuuk in staat zou zijn om het hele peloton te dubbelen. Drie ronden voor de finish slaagde hij in die missie. Uiteindelijk kwam hij met een grote glimlach over de eindstreep en gaf toe dat hij pas een dag voor de koers had gehoord dat er in Usquert werd gereden Van der Tuuk noemde dat zelf ‘een beetje dom’, maar was blij dat hij toch had besloten om deel te nemen. ‘Ik moest hoe dan ook trainen en voelde me hartstikke goed. In het begin keek ik wel even raar dat niemand mij kon volgen. Toen het gat geslagen was ben ik vol door blijven gaan.’ Hij had genoten van de koers en pleit er dan ook voor dat dit soort wedstrijden moet blijven bestaan. ‘Dan zal ik er beter op letten wanneer Usquert weer op de kalender staat. Ik heb nu natuurlijk wel iets te verdedigen’, aldus de glorieuze winnaar. Dat klonk als muziek in de oren van Klaas Smith, die hem maar al te graag meteen had willen inschrijven.
In het rijtje van ‘hoe is het met’ past de geboren Zandeweerster Albert van der Ziel (60) perfect. De voormalige tomatenkweker uit Zandeweer, fervent hardloper en houder van zes clubrecords, woont al sinds 2007 in het Friese Berlikum. Toch is hij, al is het dan ook op papier, nog steeds lid van loopgroep Artemis uit Winsum. De vereniging waarvan hij jarenlang een van de boegbeelden is geweest. Het is niet voor niks en ook niet voor de eerste keer, dat men hem onlangs opnieuw tot clubkampioen heeft gekroond.
‘Eigenlijk heb ik hardlopen altijd al wel leuk gevonden. Maar sporten in het algemeen deed ik sowieso heel graag. Eerst op gymnastiek en als 7-jarige op fietscross. Ik werd dat jaar prompt kampioen in mijn leeftijdscategorie. Het jaar erop ging het wat minder en vond mijn vader het tijd voor een teamsport omdat ik volgens hem te eigenwijs werd. Ik heb toen jaren gevoetbald in de jeugd van Z.E.C en later ook nog in het eerste elftal.’
Door zijn studie in Utrecht werd het voetbal vaarwel gezegd en liep hij wat voor zichzelf. Na zijn dienstplicht te hebben vervuld ging hij aan de slag als consulent Glastuinbouw in Breda. ‘In 1989 kwamen we weer terug in Zandeweer om op het bedrijf van mijn vader aan de Onnemaweg tomaten te gaan verbouwen. Ik zat toen op volleybal bij Unitas in Uithuizen. Samen met mijn goede vriend Gert de Vries besloten we mee te gaan doen aan de halve marathon van Lauwersoog-Ulrum. Deze werd toen volgens mij voor de eerste keer georganiseerd. Ondertussen was ik mede door het harde werk als tuinder vijftien kilogram afgevallen en het lopen ging me dan ook steeds gemakkelijker af. Tot mijn verbazing liep ik in Ulrum een tijd van 1.24.50 uur en eindigde op de zevende plaats. Na afloop kwam Peter de Vries van toen nog Jupiter naar me toe of ik niet bij hun wilde komen trainen in Winsum. Dat heb ik toen gedaan. Dat beschouw ik eigenlijk als de start van mijn carrière als hardloper.’ Er werd elke woensdagavond getraind en daar ging Van der Ziel steevast naar toe. Meestal reed hij samen met Garco van de Berg uit Uithuizen en Oscar de Jong uit Doodstil. ‘In Winsum hadden we verschillende parcoursen waar we snelheidstrainingen deden. Voor mijzelf deed ik dan een paar keer rustige duurlopen. Peter Stein leerde me om zelf veel duurlopen te doen in een heel rustig tempo en de snelheid tijdens de training in Winsum te doen. Ieder jaar daarna deed ik er een training bij totdat ik elke dag liep en ongeveer 120 tot 150 kilometer per week op de teller had staan.’
In het begin deed hij mee aan plaatselijke loopjes van rond de 10 kilometer en af en toe een halve marathon. Daarna nam een groep mensen, waaronder Peter de Vries en Peter Modderman, het initiatief om een loopcircuit in het leven te roepen. Die bestond uit zo’n tien tot twaalf lopen, variërende van circa 10 kilometer tot een halve marathon. Van der Ziel: ‘Je had dan gemiddeld per maand een wedstrijd. Aan het einde van het jaar werd dan voor mannen en vrouwen en de verschillende leeftijdscategorieën een klassement opgemaakt. Na de laatste wedstrijd, meestal was dat in Eenrum, werden dan de prijzen van het totaalklassement uitgereikt. In 1990 werd een van de eerste prijzen in de wacht gesleept. Van der Ziel schreef toen de Zuidlaarder Marktloop op zijn naam. Een halve marathon die hij volbracht in en tijd van 1.19.40 uur. Toch herinnert hij zich die loop niet als een van de mooiste. ‘De Leenster Lus van 2000 beschouw ik als een hele mooie. Ik liep tegen Edward de Ruiter en mijn eeuwige rivaal Jacob Vos en ik won deze 15 kilometer in een supertijd van 49.08 minuten. Dat is nog steeds het clubrecord bij de senioren. Het is een van de in totaal zes clubrecords die hij op zijn naam heeft staan. Bij de senioren 40+ zijn dat de 10 kilometer (32.48), de 15 kilometer (52.16), de 16,1 kilometer (54.44), de 21,1 kilometer (1.12.30) en bij de senioren 60+ de marathon met een tijd van 3.26.50 uur. De laatste tijd liep hij op 20 juni tijdens de Slachte Marathon. Een wedstrijd die om de vier jaar in Friesland wordt gehouden.
Niet zelden krijgt hij de vraag voorgelegd of er een straat naar hem is vernoemd in Zandeweer. ‘Ja, dat overkomt me regelmatig. De Albert van der Zielstraat is echter genoemd naar mijn opa Albert van der Ziel. Hij was ook tuinder aan de Onnemaweg maar op een andere plek dan ik. Hij is in 1944 als verzetsstrijder opgepakt en op 6 juni van dat jaar door de Duitse bezetter gefusilleerd. Mijn oma bleef toen achter met drie kleine kinderen. Ik ben naar mijn opa vernoemd en heb zelf nog een tijdje aan de Albert van der Zielstraat gewoond. Dat heeft diverse malen tot verwarring of ongeloof geleid. Bijvoorbeeld bij het inschrijven van hardloopwedstrijden. De organisatoren dachten steevast dat ik een fout gemaakt had. En als ze wisten hoe het zat hoorde ik vaak; Daar heb je die man met zijn eigen straat.’
Op zeker moment verkocht hij zijn bedrijf in Zandeweer en kwam er een einde aan het jarenlange lidmaatschap van Artemis. ‘Het was in het begin toch wel even zuinig aan doen om met drie kleine opgroeiende kinderen de boel rond te breien. Mijn vrouw Roelie had nog niet direct werk dus moest ik met pijn in mijn hart het lidmaatschap van Artemis opzeggen. Maar we hebben hier goed geboerd en na een tijdlang donateur van Artemis te zijn geweest leek het mij leuk om weer papieren lid te worden.’
Hij is momenteel bedrijfsleider en teler op een elf hectare groot paprikabedrijf in Beetgum. Jaap Vink, een van de twee eigenaren, is eveneens een fanatiek hardloper. Het duo traint dan ook regelmatig samen. Als Van der Ziel wordt gevraagd onder welke omstandigheden hij het liefst loopt, zegt hij: ‘Ik ben wel echt een mooi weer loper geworden. Liever te warm dan te koud. Ik ben een echte koukleum. Bij ons tussen de paprika’s is het ook meestal een graad of vijfentwintig. Dat is wel lekker hoor.’ Hij kan dan ook goed met dat soort weer omgaan getuige zijn voorkeur voor Lauwersoog-Ulrum, een wedstrijd die dit jaar op 27 juli wordt gehouden. ‘Ik heb me er altijd prima op kunnen voorbereiden en de vaak warme omstandigheden waren voor mij als kasplantje ideaal. Ik kon er goed tegen en liep er mijn beste tijden.’
Ook wil hij in dat verband de Schaive Toornloop van Bedum in juni 2000 nog even noemen. Deze werd voor de wielerwedstrijd gehouden. ‘Het was aan het eind van de middag en het kwik liep op naar dertig graden. De wedstrijd ging gewoon door en tijdens de loop hadden we het allemaal heel erg zwaar. Tot mijn verbazing moest de ene na de andere topper lossen totdat ik alleen overbleef met Kees Huizinga. Die wist ik in de eindsprint nog op tien seconden te zetten. Dat was een bizarre wedstrijd. Eigenlijk ben ik niet vaak kapot gegaan tijdens een wedstrijd. Ik weet dat altijd goed te doseren. Tot grote ergernis van Roelie. Die heeft vaak gezegd dat ik veel dieper moet gaan want volgens haar kwam ik altijd veel te fris over de finish.’ Wel is hij een paar keer uitgestapt tijdens een wedstrijd. Tijdens de halve marathon van Norg ging hij door zijn onbevangenheid veel te hard van start. Spijtig voor zijn schoonouders, want die kwamen die dag kijken. Hun schoonzoon was echter uitgestapt. ‘Ik heb ze daarna ook nooit meer bij een wedstrijd gezien’, weet Van der Ziel zich te herinneren. Veel erger nog was volgens hem de marathon van Winschoten, die gelijktijdig gehouden werd met de Run van Winschoten. Hij werd bij dat evenement gevolgd door de regionale televisie. ‘Het ging eigenlijk prima. Ik lag ruim aan de leiding en op koers voor een tijd onder de 2.40 uur. In de laatste ronde ging het echter mis en kreeg ik zwarte vlekken voor mijn ogen. Ik dacht, dit gaat niet goed en ben toen uitgestapt. Waarschijnlijk te weinig gedronken tijdens de wedstrijd. Het was mijn eerste marathon, maar helaas ging het fout. Dat was een grote deceptie.’
De drijfveer om te blijven lopen zit hem volgens Van der Ziel in het feit dat hardlopen een hele eerlijke sport is. ‘Je bent helemaal op jezelf aangewezen en als je het moeilijk hebt moet je gewoon door. Geen schwalbe die je dan uit de brand helpt. Verder heb ik nog steeds de illusie dat ik mee vooraan kan strijden als ik maar genoeg train en ben ik echt een natuurmens. Hardlopen op het mooie Friese platteland is kicken. Gewoon genieten van de geluiden en gezichten van buiten. Mijn vrouw en ik wandelen ook heel veel samen.’
Een marathon per jaar vindt hij momenteel mooi, met daarnaast lopen van 5 of 10 kilometer. Ook de loop van Artemis staat nog op het verlanglijstje. Al met al genoeg omdat leeftijd volgens hem ook een rol begint te spelen. Zo lang hij blessurevrij blijft en er lol in blijft houden, zal men Albert van der Ziel in ieder geval nog vaak in een lijst met uitslagen tegen komen. ‘Het lopen houdt mij fit. Verder ben ik lid van sv Friesland en train ik op maandagavond mee met de wedstrijdgroep onder leiding van Riekele Kobes. Op woensdagavond doen we het iets rustiger maar dat is ook een heel leuke groep. Die avonden wil ik niet graag missen. Lopen is dan wel een individuele sport maar de trainingen samen maken het toch ook een soort van teamsport.’
Van der Ziel voelt zich op zijn gemak in Berlikum. Terugkeren naar het Noord-Groninger land zal alleen gebeuren voor het afleggen van bezoeken aan familie of vrienden. ‘Roelie en ik hebben allebei een goede baan en twee kinderen die in de buurt wonen en werken. Verder hebben wij hier een vriendenkring opgebouwd en wonen we in een mooi huis met een prachtige tuin waar we ook veel tijd en energie in stoppen. Nee, ik denk dat wij lekker in het rustige Friesland blijven wonen. Al mis ik de rondjes op het Hogeland dan ook wel. In mijn hart blijf ik een Groninger en Artemis hoort bij mijn leven.’