Jari Slort heeft een ‘schijthekel’ aan verliezen

Als sporters iets boven de middelmaat uitgroeien, worden ze al snel een talent genoemd. Sommigen groeien uit tot pareltjes, anderen blijven voor altijd een talent of vallen terug in de middelmaat. Voetballer Jari Slort van NEC Delfzijl kun je met recht een groeibriljant noemen. De met een heerlijk balgevoel gezegende 20-jarige aanvaller van de Delfzijlster fusieclub heeft alles in zich om een ‘grote meneer’ te worden.

Slort zit momenteel in het laatste jaar van de opleiding management, transport en logistiek. Volgend jaar start hij met de opleiding commerciële economie.  Zijn grootste hobby is uiteraard voetballen. Buiten het voetballen haalt hij veel voldoening uit het trainen/coachen van jeugdvoetballers. Dat is dan ook de reden dat hij gestart is met de trainerscursus TC3. Op dit moment is hij trainer/coach van de JO11-1 van NEC Delfzijl, het team dat vorige maand tot Sportploeg van het jaar werd uitgeroepen.

De man die het ook in gezelligheid met vrienden zoekt, begon op zijn vierde met voetballen. Dat was destijds bij Farmsum, waar zijn vader trainer was van de F-pupillen en hij samen met broer Sven speelde.

‘Van daaruit heb ik al snel de overstap gemaakt naar toen nog Eems Boys en heb er vier jaar met veel plezier gevoetbald. Op zeker moment besloot ik het hogerop te proberen en heb de overstap naar Appingedam gemaakt. Na een jaar belandde ik bij de D-pupillen van FC Groningen. Hier heb ik tot eind C-junioren mogen voetballen om vervolgens mijn voetballoopbaan bij Be Quick te vervolgen. Hier heb ik vier mooie jaren op het hoogste amateurniveau van Nederland gespeeld.’

Geen kleinigheid voor de tiener, die op zijn zestiende debuteerde in de eerste selectie van de roemruchte stad-Groninger club. Na die vier jaar kwam er een einde aan zijn carrière als jeugdvoetballer en opende zich een heel nieuw tijdperk als senior. Om verschillende redenen koos hij ervoor om naar Delfzijl terug te keren.

In zijn voetballoopbaan heeft Slort op verschillende posities gespeeld. Als jonkie speelde hij vaak als centrale middenvelder, was een periode linksback, maar stond de meeste tijd als aanvaller opgesteld. ‘Ik kan prima uit de voeten op de voorste drie posities en hier word ik dan ook de laatste jaren het meest gebruikt. Op dit moment ben ik rechtsvoor en dat bevalt me prima’, vertelt hij.

Slort staat bekend als een behendige, snelle en een met veel inzicht gezegende voetballer. Op de vraag wat hij zelf van die kwalificaties vindt, zegt hij: ‘Het is moeilijk om zoiets over je zelf te zeggen. Ik ben een voetballer die veel energie steekt in zijn acties en mijn snelheid en balvaardigheid als hulpmiddel gebruik. Nadeel is dat ik slecht ben in doseren en aan het einde van de wedstrijd helemaal kapot ben.’

Een team bestaat uit veel verschillende soorten voetballers en het is dus ook moeilijk te zeggen wie hij nou het liefst om zich heen zou willen hebben. Slort: ‘Zonder andere jongens te kort te doen heb ik wel mijn voorkeur. Ik hou van voetballers die initiatief nemen en het lef en de durf hebben om te voetballen, ook al is de situatie lastig. Neem bijvoorbeeld Nino Tualena. Dat is een speler die in elke situatie durft te voetballen. Daarnaast speel ik graag met jongens als aanjager Peter Wassing, die niet alleen de eerste duels wint, en sterkhouder Thijs Zonneveld achterin. Hij kan ten eerste goed opbouwen en staat verdedigend altijd goed. Het zijn enkele voorbeelden van spelers die ook mij als voetballer beter maken.’

Jari Slort geeft niet alleen aan, maar scoort ook ‘gemakkelijk’. En het zijn soms niet de simpelste treffers, zoals die uit de lucht geplukte bal in het duel met Pelikaan S. ‘Scoren of aangeven is altijd leuk. Want het geeft aan dat je op dat moment belangrijk bent voor je team, dus dat is altijd wel een mooi gevoel. En als ik dan toch eerlijk moet zijn, kan ik ook wel erg genieten van een mooie en of geslaagde dribbel of actie.’

Hij noemt als voorbeeld de actie van Daniel de Boer tijdens het SES-toernooi die bij iedereen ongetwijfeld nog op het netvlies staat gebrand. ‘Als ik dan onderscheid moet maken tussen mijn eerste goal en de goal tegen Pelikaan S, moet ik toch wel zeggen dat de kick van de laatstgenoemde treffer het grootst was. Maar zo’n goal maak je dan ook zelden’, geeft Slort toe.

Trainers komen en gaan en De Delfzijlster heeft er al aardig wat gehad. Iedere trainer heeft zijn eigen visie en ideeën over voetbal en dus steekt een voetballer haast altijd wel iets op. Als hem wordt gevraagd om toch op wat personen in te zoomen, kiest hij voor huidig NEC-trainer Kees Pranger en zijn voorganger Erwin Heerlijn.

‘Ze leven allebei voor de sport, ademen voetbal en steken erg veel tijd in het hele trainersgebeuren. Daarnaast wil ik Jan van der Zweep, Toto Kellner en Dick de Boer ook even benoemen. Jan en Dick komen altijd met goede adviezen en weten me te motiveren in tijden dat het wat minder gaat. En Toto? Ja wat moet ik daarvan zeggen. Een fantastisch oud-voetballer en een hele goede leraar. De uurtjes die ik de laatste twee jaar apart met hem heb gemaakt waren fantastisch. Het maakte niet uit wanneer het was en met wat voor weer, als ik vroeg of hij even zin had om te trainen, stond hij er altijd.’

Over het vertrek van Heerlijn en de komst van Pranger zegt Slort: ‘Ik vond het destijds jammer dat Heerlijn vertrok. Hij was een van de redenen van mijn terugkeer en het is ook nog eens een hele goede vriend. Zijn stap was wel weer heel goed te begrijpen. Pranger kwam best in een lastige positie om hem goed op te volgen maar doet dit naar behoren. Ook hij heeft laten zien dat hij een goede trainer is en genoeg capaciteit in huis heeft om later ook een stap hoger te maken.’

Het is al vaker gezegd, maar we leggen het Jari Slort ook voor. NEC Delfzijl wil nog wel eens door de ondergrens zakken en eigenlijk begrijpt niemand dat. ‘Ik snap wel dat mensen daar vreemd tegenaan kijken. Het heeft te maken met het feit dat we als team niet de kracht hadden de gemaakte afspraken vol te houden en dan ga je de boot in. Kijk maar naar de uitwedstrijd tegen Bedum, de uitwedstrijd tegen Nieuwleusen en de thuiswedstrijd tegen Groen Geel. Die duels hadden we niet hoeven verliezen, maar het gebeurde wel. We zien dit echter als leerproces en zijn er hard mee bezig om dit te verbeteren.’

NEC Delfzijl moet het van voetballende kwaliteiten hebben. Het team is sterk aan de bal en durft te voetballen. Slort: ‘Ik meen het oprecht als ik zeg dat wij een van de beste ploegen van de competitie hebben. We hebben in elke linie goede voetballers en een aantal creatieve jongens die van niets, iets weten te maken.  Dit geeft ook al snel onze zwakke punten aan. Het gedeelte als we vergeten te gaan voetballen en dus veel lange ballen geven. Dat ligt ons niet omdat we dan veel in duels komen en het hierin nog wel eens afleggen. Dit heeft natuurlijk weer te maken met het mentale aspect en verschilt dus ook per wedstrijd.’

Een wedstrijd is voor hem geslaagd als het team een goede prestatie heeft geleverd en hij er zelf een aandeel in heeft gehad.  Ook vindt Slort het belangrijk om het publiek te vermaken zodat zij ook een mooie wedstrijd zien. Om die reden wil hij nog wel eens een actie maken die niet heel nuttig is, maar dan heeft hij in ieder geval de toeschouwers weer iets gegeven om van te smullen.

Over teleurstellingen zegt de Havenkanter: ‘Ik heb een schijthekel aan verliezen. Maakt niet uit in wat of wanneer, daar kan ik erg slecht tegen. Als we verliezen ben ik na de wedstrijd niet te genieten, al bezinkt het dan ook wel snel weer. Maar zeker na zo’n smadelijke nederlaag als tegen SV Bedum. Daar ben ik goed ziek van geweest. Uiteindelijk moet je echter weer vooruitkijken en dus ook niet te lang stil blijven staan bij zo’n nederlaag.’

Kijkend naar Jari Slort, kan men snel constateren dat hij nog lang niet aan het plafond van zijn kunnen zit. Dus rijst de vraag of hij het niet hogerop zou willen proberen. De ambities daarvoor heeft hij wel en er hebben zich ook al clubs voor hem gemeld. Een daarvan zou Oranje Nassau zijn, de club waar Erwin Heerlijn trainer is. Slort houdt de boot nog even af. ‘Er hebben zich clubs uit de derde divisie, de hoofdklasse en eerste klasse gemeld, maar ik ga geen namen noemen. Dat zou niet netjes zijn’, vindt de aanvaller.

Hij wil geen verwachtingen scheppen en heeft momenteel nog geen idee waar hij op termijn zijn kunsten zal vertonen. Voorlopig is dat nog in de kleuren van NEC Delfzijl, want zijn seizoen daar is pas geslaagd als hij en zijn teamgenoten de volgende periodetitel weten te pakken. ‘We zijn bij de vorige net buiten de boot gevallen en gaan er alles aan doen om dit niet nog een keer te laten gebeuren’, klinkt het strijdlustig.

No Replies to "Jari Slort heeft een 'schijthekel' aan verliezen"