Doelman Rody Bos (WEO): ‘Keepers zijn rare vogels…’

Doelman Rody Bos (32) is in het dagelijkse leven algemeen manager bij Nivi in Appingedam, ook wel de rentmeester in veiligheid genoemd. Keurig in het pak gestoken ontvangt hij EemsmondSport op zijn kantoor aan de Energieweg in de stad van de hangende keukens. Een heel andere man dan de beer die men op het voetbalveld tegen komt en voor niets of niemand aan de kant gaat. Op het veld gelden andere regels. Dan is er geen plaats voor gladgestreken plooien in een naadloos kostuum. Dan gaat de beuk er in als dat vereist wordt. En als het aan de Damster ligt komt daar voorlopig nog geen einde aan.

Het verplichte zwemdiploma moest nog wel even gehaald worden, maar daarna ging het bij Rody Bos vooral om het spelletje met de bal. Als vijfjarig jongetje kon hij het geduld maar amper opbrengen om eindelijk de groene grasmat te mogen betreden. ‘Ik was van jongs af al helemaal gek van voetbal en wilde er zo snel mogelijk zelf mee beginnen’, herinnert hij zich. ‘Ik weet niet anders dan dat er gevoetbald werd in mijn familie. Mijn vader is altijd keeper geweest en ik stond al op jonge leeftijd met keepershandschoenen in de woonkamer. Mijn opa heeft altijd bij Eems Boys in Delfzijl gespeeld. Volgens mij is hij pas gestopt toen hij ergens in de zeventig was.’

Toen Rody zelf aan spelen toekwam, was het eerst nog een combinatie van voetballen en in het doel staan. Dat veranderde echter al snel. En zijn keeperstalenten bleven niet onopgemerkt. De scouts van BV Veendam zagen wel wat in de jonge doelman en besloten hem naar de Veenkoloniale club te halen.

Uit zijn Veendammer periode weet hij zich nog wel een mooi moment te herinneren. Rody speelde op zeker moment in de C1-junioren van BV  Veendam. Dat team werd in de hoogste klasse ingedeeld en met tegenstanders als Ajax en Feyenoord geconfronteerd. Bepaald geen sinecure, maar de Veenkolonialen slaagden er in om op eigen veld de Amsterdammers met 2-1 te kloppen. ‘Dat zijn momenten die je nooit meer vergeet’, zegt de liefhebber.

Uiteindelijk moest er een beslissing genomen worden. Doorgaan bij de BV of toch voor school kiezen. Rody deed het laatste. Hij begon aan de studie Toerisme in Groningen en ging ondertussen bij Eems Boys in Delfzijl voetballen. Aansluitend belandde hij voor een stage in Duitsland en vervolgde zijn studie daarna in Breda.

Toen hij definitief op Noord-Groninger bodem was teruggekeerd, was het Jaap Kiewiet die Rody, bijnaam ‘Directeurtje’, wist over te halen om naar De Pelikanen te komen. Hij bevond zich destijds in het gezelschap van onder anderen Richard van Kaam, Jarno Medema en ‘Tattoo’ Jan Vriemoedt, de man die ook nu weer zijn teammaatje is.

We schrijven inmiddels het seizoen 2010/2011 als Jan Medema de trainer is, maar halverwege het seizoen het stokje overdraagt aan oud-speler René van der Duin. Hij wist het roodwitte keurkorps op de achtste plaats in 4C te parkeren. De meest opmerkelijke uitslag uit dat jaar was de 9-2 nederlaag die De Pelikanen bij buurman Eems Boys kreeg te verhapstukken.

Een seizoen later stond trainer Kees Bouma voor de groep en werd in zijn tweede jaar (2012/2013} via de nacompetitie de derde klasse bereikt. Dat ging toen ten koste van SC Elim. In Appingedam hadden de Drenten met 1-0 verloren. Rody: ‘We stonden als een stel stokzenuwachtige kleuters aan de aftrap. De opkomst met vuurwerk had veel indruk op ons gemaakt en na twee minuten kwamen we al op achterstand. Het leek er op dat het een verloren middag zou gaan worden en we met onze supportersbussen snel weer naar huis konden.’

Niets bleek echter minder waar te zijn. De Pelikanen kwam steeds beter in de wedstrijd en in de tweede helft trokken ze het duel volledig naar zich toe. De achterstand werd omgebogen in een 1-2 voorsprong en niet meer uit handen gegeven. De promotie was daarmee een feit. Rody: ‘Zonder Kees Bouma was dit zeker niet gelukt. Hoe hij het hele seizoen al met ons bezig was, dat was iets unieks. Hij was er van overtuigd dat het een memorabel seizoen zou worden. Na het laatste fluitsignaal was het dan ook groot feest in Elim. De livemuziek was al geregeld en hier hebben wij enorm van genoten. Overigens wel samen met SC Elim. Na de nodige biertjes keerden we met de bussen terug naar Appingedam om het feest in de kantine met onze trouwe supporters een vervolg te geven. Ook dit had Kees weer fantastisch aangepakt. Elke speler kwam aan bod en we werden onthaald alsof we wereldkampioen waren geworden. Zo’n avond vergeet je nooit weer.’

Na een hele nacht feesten en drinken was de goalie bijna vergeten dat de wekker om half vijf in de ochtend zou gaan, want er wachtte nog een klus op hem. ‘Ja, dat klopt. We zouden aansluitend naar de Alpe d’Huez in Frankrijk gaan waar we voor het KWF gingen fietsen. Ik zal je vertellen dat ik nog nooit zo’n beroerde autorit heb meegemaakt, maar het was het allemaal waard. Ik denk nog vaak terug aan dat seizoen en die mooie dagen.’

In dat onvergetelijke seizoen waren ook de sportieve gevechten met voordeurdeler Appingedam heroische gebeurtenissen. De stadsderby die in dat voetbaljaar bij de witzwarten werd gespeeld (4-3), zou echter een speciaal plekje in de voetbalgeschiedenis krijgen. Voor de aftrap bleken namelijk de spelerspassen van vv Appingedam spoorloos te zijn.

De paniek was groot, want zonder spelerskaarten zou er niet gevoetbald mogen worden. Er moest heel wat diplomatiek overleg aan te pas komen om de tweestrijd, zonder de kaarten, toch te laten beginnen. ‘Dat was uiteraard een hele bizarre situatie. Je vraagt je af hoe iemand er toe komt om zoiets te doen.’ Er doen volgens Rody allerlei geruchten de ronde over dat incident. Tot op de dag van vandaag is echter onduidelijk gebleven wie er achter de ontvreemding heeft gezeten.

De beide kemphanen zouden elkaar een voetbaljaar later opnieuw tegen het lijf lopen. Appingedam zou als tweede eindigen en De Pelikanen finishte als derde. De deur naar de tweede klasse stond op een kier. Peli was voor het tweede jaar op rij in de race voor promotie. Dat bleek echter teveel gevraagd. In Groningen ging het keurkorps van Kees Bouma met 2-1 onderuit tegen Groen Geel en thuis werd het zelfs 1-5 voor de Stadjers. Een lelijke streep door de rekening, want als men de finale had weten te halen, had voetbalminnend Appingedam zich voor twee nieuwe clashes kunnen opmaken. De buurman was dan de tegenstander geweest. Voor sommige diehards van Peli was het een schrale troost dat ook Appingedam zijn meerdere in Groen Geel moest erkennen.

Na het seizoen 2016/2017 was er geen sprake meer van een gezonde concurrentiestrijd tussen de beide Damster clubs. De jeugd van Appingedam hoefde geen kleur meer te bekennen, want er volgde een fusie die tot de geboorte van DVC Appingedam zou leiden. Rody Bos vertrok en beleefde een kortstondig avontuur met vv Poolster uit Spijk om een seizoen later bij het nieuwe DVC Appingedam terug te keren. Het werd geen succesverhaal voor het Damster voetbal, want het vlaggenschip eindigde onder trainer Erwin Buurmeijer als laatste in de 3e Klasse C en dus was degradatie een feit.

De veranderingen volgden elkaar daarna in snel tempo op. Door toedoen van Bob Mulder, huidig hoofdtrainer van vijfdeklasser WEO, ontstond er een soort van Damster enclave in Woldendorp. Rody: ’Ja, je mag Bob Mulder de schuld geven dat ik naar Woldendorp ben gegaan. Toen ik van Poolster terugging naar DVC ben ik bij Bob Mulder in het tweede elftal gaan spelen. Wij hebben hier een geweldig seizoen gedraaid en zijn middels de nacompetitie gepromoveerd naar de reserve 2e klasse.  Op zeker moment had ik aangegeven dat het welletjes was en wat elftallen lager wilde spelen. Bob heeft hij mij toen een paar keer benaderd om naar WEO te komen. Op de laatste dag van de overschrijving heb ik hem dan toch maar uitgenodigd voor een wijntje bij mij thuis. Na een paar flessen besloot ik om naar WEO te gaan en tot op de dag van vandaag heb ik daar nog geen moment spijt van gehad.’

Dat zullen ze bij WEO meteen beamen, want behalve een keeper die er staat heeft de club zich dankzij het bedrijf van de goalie ook meteen van een hoofdsponsor weten te verzekeren.

In Woldendorp waait volgens Rody momenteel een frisse wind. ‘De club staat er goed op. Het is belangrijk dat de sfeer goed is en de neuzen dezelfde kant op staan. Ik probeer altijd positief te blijven, al lukt dit in wedstrijden niet altijd. Voor elkaar door het vuur gaan en de overwinning binnen halen, dat is mijn motto. Dat zit bij WEO wel goed. We willen graag met het huidige team nog een keer kampioen worden van de vijfde klasse. Wordt het niet dit seizoen, dan moet het maar een jaar later. Het is wel het ultieme doel van WEO en wij geloven er met zijn allen in dat ons dit ook gaat lukken.’

Een en ander is uiteraard wel afhankelijk van het materiaal waarover een trainer kan beschikken. Ik ben inmiddels al 32 jaar jong. Hoe lang ik nog in het doel blijf staan is puur afhankelijk van hoe ik mij zelf voel en hoelang de spelers om mij heen nog door willen gaan. De signalen die ik hoor zijn goed, dus is er voor mij nog geen enkele reden om te stoppen. Ik heb het momenteel enorm naar mijn zin bij WEO en hoop nog een poosje door te kunnen. Maar je weet het nooit… Een blessure, een jongere keeper die de kans gaat krijgen, spelers die stoppen. Het zijn allemaal factoren die bepalen hoe de toekomst er uit gaat zien. Een ding is in ieder geval wel zeker. WEO gaat mijn laatste kunstje worden.’

Van voetbal is momenteel geen sprake en het is nog maar de vraag wanneer en in welke opzet er opnieuw in competitieverband gespeeld kan worden. De corona-pandemie trekt een zware wissel op het dagelijkse leven en dientengevolge ook de sportwereld. Even lekker een balletje trappen is in het verloren jaar 2020 niet meer zo vanzelfsprekend. Rody: ‘Ik ben bang dat we het seizoen inmiddels kunnen afschrijven. Een heel seizoen zal er waarschijnlijk niet meer gespeeld worden en voor de winterstop zie ik ons ook niet meer op het veld staan.  Het enige dat ik mij nog kan voorstellen is dat we na de winterstop een halve competitie gaan spelen, maar dan moet het virus wel heel ver weg zijn. Het belangrijkste is op dit moment is dat iedereen gezond blijft. Voetbal komt wel weer.’

Om toch een beetje in vorm te blijven heeft de vrouw des huizes haar doelman zo ver gekregen om de sportschool te bezoeken, maar of hij daar lang zal bivakkeren? ‘Dat vraag ik mij zelf ook wel eens hardop af..  Af en toe ben ik wel eens aan het hardlopen, maar een sportschool? Eerlijk is eerlijk, dat zal nooit mijn ding worden. Gewoon lekker op het veld staan en voetballen, dat is het mooiste wat er is.’

Als het keepersshirt ooit definitief wordt opgeborgen, kan het grote terugkijken beginnen. Mijmeren over al die mooie jaren op de groene grasmat. De warme herinneringen aan acht jaar De Pelikanen en het feit dat hij met al zijn vrienden in het eerste elftal mocht spelen. De tijd is echter ook gekomen om vooruit te kijken. In huize Bos is de volgende generatie voetballer namelijk opgestaan. Zoon Rover zal zijn vader echter niet opvolgen. ‘Hij is gek op voetballen. Er gaat geen dag voorbij zonder dat hij even tegen een bal heeft kunnen trappen. Het belangrijkste is dat hij er plezier in heeft. Wij zullen hem zeker niet pushen. En of hij keeper moet worden? Dat willen we hem niet aandoen. Keepers zijn rare vogels hoor..’

No Replies to "Doelman Rody Bos (WEO): 'Keepers zijn rare vogels...'"