Mijmeren over wat had kunnen zijn…

Het is guur buiten de deur. Hoewel april op de kalender staat, voelt het allerminst alsof het lente is. Een snijdende wind, hagelstenen en af en toe wat natte sneeuw. We vragen ons bijna hardop af waarom we juist onder deze omstandigheden een voetbalwedstrijd te bezoeken. We willen echter zo graag. Het is de eerste keer sinds lange tijd dat het weer kan en, wat nog belangrijker is, eindelijk weer mag. En ja, daar wil je bij zijn.

De camera staat klaar om de beelden vast te leggen. Om te voorkomen dat hagel en sneeuw de dure apparatuur zullen teisteren, is er een grote visparaplu boven het apparaat gezet. Zelf zitten we diep in de kleren verstopt. Goed ingepakt om in ieder geval nog een klein beetje warm te blijven. Dat geldt eveneens voor de trouwe supporters die huis en haard hebben verlaten om zich aan de pot voetbal te verwarmen.
Even over half drie is het dan eindelijk zo ver. Na maanden zonder sportverslagen loopt de camera weer. Hopen we op spectaculaire beelden, magistrale acties, wonderschone doelpunten en omstreden situaties die we ’s avonds nog een keer onder de loep kunnen nemen.

Het snerpende fluitsignaal klinkt en de bal rolt. Na een korte periode van aftasten wordt het spel op de wagen gezet. Een fraaie voorzet vanaf de zijkant draait uit het doelgebied weg en wordt snoeihard tegen de touwen gekopt. De thuisclub staat op voorsprong. Naast ons staan twee jongedames die alleen maar oog hebben voor een van de spelers die in de dug-out zit. Die ziet het duo maar al te goed, flirt een beetje met het vrouwelijke geslacht en probeert dan serieus voor zich uit te kijken. Hoopt waarschijnlijk op een invalbeurt waarin hij de dames kan laten zien wat hij in huis heeft.

De wedstrijd ontwikkelt zich zoals we vooraf hadden gehoopt. De gastheren tikken hun opponent van het kastje naar de muur. De spelers schijnen geen enkele hinder van de gedwongen pauze te ondervinden. Halverwege de eerste helft ligt de bal andermaal in het netje. Een dieptepass vanuit het achterland levert balbezit op voor een van de meest begaafde voetballers die er op de noordelijke velden rondloopt. Hij snijdt als een vlijmscherp mes door de defensie van de bezoekers en lepelt de bal quasi nonchalant in de kruising. De cameraman geeft me een por in mijn rug. ‘Die staat er fraai op. Kan in de herhaling’, glimlacht hij tevreden.

Op de een of andere manier schijnt de onderliggende partij het nu welletjes te vinden. Voetballende onmacht wordt gecompenseerd met fysieke hardheid en de fluitist moet optreden om te voorkomen dat een en ander uit de hand loopt. Een van de bezoekers kan zich op zeker moment niet meer inhouden. Zijn tegenstander draait hem helemaal dol en dat komt de balvirtuoos op een stevige tackle te staan. Een gele kaart is zijn deel. Het been van het slachtoffer is beschadigd geraakt. Hij moet zich laten vervangen.

De twee dames naast ons veren op. Hun favoriet mag invallen. Elke balbehandeling die hij uitvoert wordt met gejuich begroet. En als er al eens een actie mislukt ligt het uiteraard aan het veld of de bal. Het duel vordert gestaag. Voor we het door hebben heeft de onpartijdige voor de theepauze gefloten. Die komt ons goed uit, want we zijn tot op het bot verkleumd. De koffie in de bestuurskamer zal ons goed doen.
Als de tweede helft vijf minuten oud is, wordt de lucht achter ons erg donker. Er komt een bui aan die er niet om liegt.

De wind trekt aan en zorgt er voor dat het geven van een pass over twintig meter een helse onderneming is geworden en gedoemd tot mislukken. Een paar rukwinden later ligt de paraplu een eindje verderop, vliegen de hagelstenen ons om de oren en besluit de scheidsrechter na twee forse donderklappen dat het welletjes is geweest. Iedereen vlucht de kleedkamers in. Wij verschuilen ons in een van de dug-outs. Daar blijven we zitten tot de bui is weggetrokken en er weer gevoetbald kan worden.

Met een vertraging van ruim tien minuten wordt de strijd hervat. Wat de bezoekers in de kleedkamers hebben gedaan weten we niet, maar ineens blijkt dat ze best wel aardig kunnen ballen. In een tijdsbestek van amper een kwartier poetsen ze de opgelopen achterstand weg en buigen deze zelfs om in een voorsprong. Daar is overigens wel een strafschop voor nodig, volgens de scheidsrechter veroorzaakt na een overtreding van de bejubelde invaller bij de gastheren. Hij speelt de vermoorde onschuld, de twee dames vinden dat de scheidsrechter de situatie verkeerd heeft ingeschat…

Enfin, de thuisclub moet op jacht naar eerherstel en schakelt een tandje bij. Precies op het moment dat het in de verte opnieuw begint te rommelen komen ze op gelijke hoogte. De veroorzaker van de strafschop weet na een aantal blunders in de defensie het leer binnen te frommelen. Dat hij daarbij zijn hand heeft gebruikt ontgaat de grensrechter van de gasten niet. Hij steekt zijn vlag in de lucht om op die manier de scheidsrechter bij hem te roepen. Het protest levert geen resultaat op. De fluitist vindt dat er aan zijn oordeel niet getwijfeld hoeft te worden en dus wordt het doelpunt goedgekeurd. De dames bejubelen hun idool en de scheidsrechter…

De slotfase is aangebroken als de volgende bui over het sportpark rolt. De hagel heeft plaats gemaakt voor natte sneeuw en het veld wordt steeds gladder. Het komt het spel niet ten goede en de slidings op bal of benen worden steeds gevaarlijker.

Net op het moment dat iedereen zich met een gelijkspel lijkt te hebben verzoend, slaat de thuisclub alsnog toe. De gastheren persen er in de laatste minuut een goedlopende aanval uit, waarbij een bal links vanaf het middenveld in de zestien van de tegenstander wordt gepompt. De held van de beide jongedames is er als de kippen bij om de bal het laatste zetje te geven en de thuisclub de volle winst te bezorgen. Hij wordt door zijn teamgenoten bedolven en ziet er, als hij eenmaal rechtop staat, uit als een uit het moeras getrokken monster.

Niet veel later klinkt het eindsignaal. Het is serieus begonnen te regenen. We besluiten de interviews binnen te doen en wie we gaan ondervragen is wel duidelijk. Dat zal in ieder geval de man van de dag worden. Een strafschop veroorzaken en twee goals maken. Dan ben je een van de hoofdrolspelers in het verslag dat we later die avond gaan plaatsen.

De beide trainers kijken uiteraard met een verschillende blik terug op het duel. Ze hebben het over een verdiende en onverdiende overwinning, cruciale blunders van scheidsrechter en spelers en de barre weersomstandigheden. De man van de wedstrijd duikt even later ook op. Hij vindt het jammer dat een teamgenoot geblesseerd is geraakt, maar is dankbaar voor kans die hem werd geboden. Die strafschop? Ja, daar heb ik zo mijn twijfels over. ‘Maar goed, dat heb ik dan wel weer goedgemaakt’, grinnikt hij. Of er bij zijn eerste treffer hands was gemaakt? ‘Ik zie het wel op de beelden vanavond’, zegt de tweevoudig doelpuntenmaker.

En dat gaat hij zien, want uit de samenvatting blijkt dat de gelijkmaker nooit goedgekeurd had mogen worden. Een arbitrale misser van jewelste. Net als de strafschop trouwens, want als we de beelden nog eens goed bekijken, blijkt het been van een teamgenoot de oorzaak te zijn geweest van de valpartij in het strafschopgebied van de gastheren. En wij hebben het vastgelegd, dus is er genoeg stof tot napraten. Als verhaal, foto en beelden op onze kanalen zijn gezet, geven we onszelf een schouderklopje. We hebben het weer geflikt. Alle reden tot tevredenheid dus. Op naar het volgende verslag…

Ik krijg nog een schouderklopje en schrik wakker. Mijn wederhelft heeft de koffie ingeschonken. Ik was op mijn eigen terras weggedommeld in de overvloedig schijnende voorjaarszon. Heb even zitten dagdromen over wat had kunnen zijn maar nog steeds niet kan. Corona is nog altijd onder ons en zorgt er ook dit jaar voor dat er niet onder normale omstandigheden gesport kan worden. Hoe lang nog? Er is niemand die daar een zinnig antwoord op kan geven. Dus wordt het doorbijten en hopen dat betere tijden zich snel zullen aandienen…

No Replies to "Mijmeren over wat had kunnen zijn..."