Voormalig onderwijzer Jan Medema heeft bijna zijn hele leven al iets met voetbal gehad. Daar komt nu een einde aan. De 70-jarige trainer van vierdeklasser SV De Heracliden uit Uithuizermeeden heeft problemen met zijn gezondheid. Die zijn er de oorzaak van dat hij na vier memorabele decennia als trainer gedwongen wordt om afstand te nemen van zijn grote passie. En dat doet pijn in zijn voetbalhart, want er zijn maar weinig mensen die zoveel sportief bloed door hun aderen voelen stromen als de aimabele inwoner van Appingedam. ‘Maar ik kan niet anders, de trainerscarrousel draait volop en SV De Heracliden moet verder’, legt Medema uit.

door Kees Bouma

In juni van dit jaar werd bij Jan Medema prostaatkanker geconstateerd. Hij is daar naar buiten toe heel open over. ‘Ik heb ondertussen vijfendertig bestralingen achter de rug. In januari volgt een gesprek met de arts en dan pas weet ik of de bestralingen succes hebben gehad. Het bevalt mij uitstekend bij De Heracliden, en dat is wederzijds, maar toch heb ik gezegd dat het verstandig is om op zoek te gaan naar een nieuwe trainer en niet te wachten tot dat gesprek heeft plaatsgevonden.’

Jan Medema werd op 27 december 1952 geboren in Harkstede. Hij woont al heel lang in Appingedam, samen met echtgenote Betty. Het paar heeft drie zonen, Peter, Rick en Jarno. ‘En daar horen drie prachtige schoondochters bij’, volgens de oefenmeester. Inmiddels zijn er zes kleinkinderen, waarvan er vier voetballen, tot blijdschap van Medema: ‘Daar heb ik nu wat meer tijd voor.’ Jongste zoon Jarno lijkt in het voetspoor van zijn vader te treden en Jan denkt hem nu wat meer te kunnen begeleiden.

Hoe verliep je spelerscarrière?
‘Ik ben op negenjarige leeftijd begonnen bij vv Wagenborgen. Mijn oma woonde daar en die heeft mijn eerste voetbalsokken zelfs gebreid. Daarna speelde ik tot mijn vijftiende bij vv Harkstede en verkaste vervolgens naar vv Appingedam. Bij de jeugd heb ik in meerdere KNVB-teams gespeeld en twee proefwedstrijden bij GVAV (de voorloper van FC Groningen). Op mijn zeventiende kwam ik door toedoen van toenmalig trainer Joop Oldejans in het eerste elftal van Appingedam terecht en heb de gloriejaren meegemaakt van tweede klasse naar hoofdklasse. Een hoogtepunt waren de beslissingswedstrijden voor promotie naar de eerste klasse tegen Nieuw-Buinen voor vierduizend toeschouwers in Hoogezand.’ Over die wedstrijden wordt door oudere Damsters nog wel eens gesproken. Appingedam speelde twee wedstrijden. Bij Nieuw-Buinen was de latere mister Veendam Henk Nienhuis trainer. Bij een 2-0 voorsprong wisselde hij vlak voor tijd een paar sterke spelers. De mannen uit de stad van de hangende keukens kwamen terug tot 2-2 en wonnen een week later de reprise eenvoudig met 4-1.

Medema was voor zijn pensionering leraar op een basisschool in Appingedam. Nadat hij als actief voetballer was gestopt, werd hij trainer. Eerst bij Appingedam in meerdere functies: ‘Ik heb daar bijna alle jeugdteams wel getraind en veel kampioenschappen en bekerwinsten mogen meebeleven. Hij trainde talenten zoals Arnold Kruiswijk, Zeki en Husseyn Kurt, Anthon Hoorndijk, Arjan Steenbergen, Robbert Slob en later Joel van Kaam, was hoofd opleidingen en op een bepaald moment trainde Medema zelfs drie teams tegelijk. Dat waren destijds de D1-, de A1-junioren en het derde elftal. Medema blikt terug: ‘In die tijd was ik het hele weekend op pad. Ik ben zelfs nog interim-hoofdtrainer geweest. Het was het laatste seizoen hoofdklasse. Dat eindigde met degradatie uit bij SC Joure.’

Daarna kwam Farmsum, zijn eerste klus buiten de vertrouwde omgeving: ‘Het was wel wennen in het begin, maar uiteindelijk hebben we wel de nacompetitie gehaald, al ging het daarin dan ook mis. Aansluitend volgde een seizoen Eems Boys: ‘Het was een moeizaam seizoen met in het begin veel blessures. Uiteindelijk hebben we wat routine teruggehaald, ons in de laatste wedstrijd veilig gespeeld en tegelijk de nacompetitie gehaald. Daarin zijn we bij LTC gestrand. Toen volgde Viboa uit Winsum. Ik heb daar mooie jaren gehad met een interessante competitie tegen onder meer Urk en Harkemase Boys. We draaiden top vijf. Ik heb veel vrienden aan die mooie club overgehouden. Daarna kwam De Pelikanen op mijn pad. Het waren niet de meest succesvolle jaren. Het dieptepunt was mijn ontslag halverwege het derde seizoen. De toenmalige voorzitter was van mening dat ik als trainer spelers had bewogen om de overstap naar buurman Appingedam te maken. Dat zou ik nooit doen, maar het leidde wel tot mijn ontslag.’

De Damster heeft ook bij DVC heel wat voetstappen liggen en was zelfs nog twee jaar interim-trainer bij het Woldendorper WEO, voordat Bob Mulder het stokje overnam. Medema is twee keer trainer geweest bij SV De Heracliden: ‘De eerste keer was allesbehalve succesvol. Ze waren net gepromoveerd naar de tweede klasse, maar dat niveau bleek een maatje te groot te zijn. Dat kwam deels ook door de vele blessures in dat jaar. In het tweede jaar kregen we met hetzelfde probleem te maken. Daarnaast koos spits Robin Zuidema voor Gorecht. Uiteindelijk vielen we terug tot in de vierde klasse.’ Ondanks die twee degradaties vroeg de Meister club Jan Medema terug en nu is, met als doel het spel te verbeteren, de oefenmeester bezig met een jong team en wordt de voornaamste opdracht het realiseren van handhaving in de vierde klasse.’

Hoe kwam je bij BVO Veendam terecht? Wat trof je daaraan en met wie werkte je samen?
‘Ik werd gepolst door Hans Meijer om daar hoofd jeugdopleidingen te worden. Daarna volgde een gesprek met toenmalig trainer Jan Korte en Hans Meijer en vervolgens heb ik mijn jawoord gegeven. Het was een moeilijke tijd. Ik ben dan ook na drie maanden in de herfstvakantie gestopt. Ik had het idee dat ik zou samenwerken met Van Buuren, de vader van Marcel, maar die had er geen zin meer in. Daardoor werd het een chaotische start met veel administratieve rompslomp. Veel telefoontjes, gesprekken met ouders en doordat ik ook nog bij Viboa was, liep het mij op een bepaald moment over de schoenen en viel het besluit om er mee te stoppen.’

Maak eens een team van de beste voetballers die je getraind hebt.
Doel: Marcel Groothof. Verdediging: Bob Pontjodikromo, Robbert Slob, Arnold Kruiswijk en René Hovenkamp. Middenveld: Anthon Hoorndijk, Bram Blom en Bas Lulofs. Aanval: Robin Zuidema, Neil Judkins en Bob Mulder.

Wat was jouw kracht als trainer en ga je het voetbal niet vreselijk missen?
‘Ik denk dat ik altijd mezelf ben gebleven en ook altijd oog heb voor de geblesseerden, wissels en de supporters van de club. Als onderwijzer leer je ook hoe je met een groep om moet gaan. Ik ga het nu eerst rustig aan doen en kijk wel wat er, misschien wel binnen DVC Appingedam, nog op mijn pad komt. In ieder geval wil ik meer vrijheid dan de afgelopen jaren. Ik mag graag een rondje maken op de racefiets of spinning in de sportschool en ben ook veel aan de wandel.’

Wil je nog iets kwijt?
‘Zonder de medewerking en support van mijn vrouw Betty had ik dit niet kunnen bereiken. Zij heeft altijd achter mij gestaan en moedigde me soms zelf aan om het te doen. Een voorbeeld was het jaartje Qatar, waar ik als jeugdtrainer heb gewerkt. Ze waren destijds op zoek naar oefenmeesters die wel voor een buitenlands avontuur waren te porren. Ik zou er zonder mijn gezin komen te zitten, maar Betty heeft toen de doorslag gegeven. Ze zei: Als je het nu niet doet, komt het misschien niet weer. Uiteindelijk kan ik terugkijken op een geweldige voetbal- en trainersloopbaan waarin ik veel interessante mensen heb ontmoet en veel vrienden heb gemaakt.’