Derdeklasser Omlandia heeft een opvolger gevonden voor de vertrekkende trainer Simon Schuil. De 44-jarige Marcel de Groot uit Hoogezand, getrouwd en vader van twee kinderen, zegt dat het vooral een kwestie van gevoel is geweest dat hij voor Omlandia heeft gekozen. ‘Het voelde voor mij als de juiste vervolgstap. Ik heb er nu al onwijs veel zin in’, aldus de oefenmeester.

In het dagelijks leven is De Groot werkbegeleider bij Werkpro in Winschoten. Daar houdt men zich bezig met werk, re-integratie, (her)activering en maatschappelijke dienstverlening. Hij coacht mensen die een achtergrond hebben qua alcohol- en drugsgebruik. Begeleiding, gesprekken voeren behoren tot zijn taken, met als als uiteindelijke doel om ze in de maatschappij weer in te loodsen.

Als voetballer kwam De Groot slechts voor twee clubs uit. Dat waren Hoogezand en Kwiek. Bij die laatste club speelde hij ook als senior. ‘Dat was tot ik 28 jaar werd. Daarna liep ik een blessure op die hardnekkig bleek te zijn, waardoor zelf voetballen ineens minder leuk werd. Het enthousiasme daarvoor verdween dan ook, maar op het gebied van trainen groeide mijn interesse alleen maar. Ik besloot om me daar verder op toe te leggen. Dat deed ik al met jeugdteams, maar je wilt meer.’

Zijn eerste klus als hoofdtrainer bracht hem bij Wedde. Een echte dorpsclub volgens De Groot. Vervolgens ging hij bij PJC en ASVB aan de slag. ‘Deze drie zondagclubs hebben mij als trainer gevormd en ik bewaar hele dierbare herinneringen aan mijn verblijf bij deze verenigingen.’ Met Wedde wist hij in zijn laatste jaar naar de vierde klasse te promoveren. Bij PJC flikte hij dat kunstje in zijn tweede jaar als hoofdtrainer en als eindverantwoordelijke man bij ASVB wist hij in 4C een periode te bemachtigen. Het jaar daarop vormde hij met Albert Brommer als keepertrainer en Ricardo van der Veen als trainer, die voor hem een belangrijk verlengstuk was, een trio bij HS ’88.

Dat bleek een succesvolle combinatie te zijn, want er werden in drie seizoenen evenveel periodes gepakt. Promotie bleef overigens telkens uit. De laatste jaren vervulde hij bij die club de functie van hoofd jeugdopleidingen. ‘Ik was van mening dat HS ‘88 er aan toe was om de kwaliteit binnen de jeugd op een hoger niveau te krijgen. Ik zag daar wel een uitdaging in en heb in een gesprek met de voorzitter gevraagd wat de mogelijkheden waren. Van het een kwam het ander. Het is heel mooi om alle facetten van een voetbalvereniging mee te maken en dit was weer eens totaal iets anders.’

Uiteindelijk heeft Marcel de Groot dus toch besloten om weer een eigen club onder zijn hoede te nemen. Het is volgens de oefenmeester een hele bewuste keus geweest. ‘Ik vind het heel leuk om aan een groepsproces te werken. Daarin gaat het heel erg om de groep en niet zozeer om mij. Ik werk graag met gedreven mensen en ben van mening dat we veel van elkaar mogen verwachten.’

De Groot kenmerkt zichzelf als een aanvallend ingestelde trainer. Daarnaast kijkt hij veel naar de kwaliteit van zijn spelers, wat de speelwijze en formatie zullen zijn. Hij hecht waarde aan een winnaarsmentaliteit, die een selectie gezamenlijk moet creëren en vindt een goede band met de spelersgroep zeer belangrijk ‘Negentig minuten lang voor de volle honderd procent geven. Daar kan ik van genieten. De andere kant van de medaille is wel dat ik niet zo goed tegen verliezen kan, maar dat hoort helaas ook bij het spelletje.’

Op de vraag of Omlandia de opstap wordt naar een andere vereniging of dat hij het eerst een jaar aankijkt om te zien of het hoofdtrainerschap nog altijd leuk is, zegt de Hoogezandster: ‘Daar hoef ik niet lang over na te denken. Het hoofdtrainerschap is hartstikke leuk om te doen, dat is helemaal geen issue. Het is mijn bedoeling om langer bij Omlandia te blijven, maar daar valt nu weinig over te zeggen. Het is maar net hoe een en ander loopt. De klik moet er ook zijn en soms hebben dingen ook tijd nodig. Die ruimte moet je elkaar dan ook durven geven.’

Voor zichzelf was het eigenlijk wel duidelijk dat De Groot ooit weer als hoofdtrainer in een dug-out zou zitten. Volgens hem was het slechts wachten op de goede club. ‘Ik zag de vacature van Omlandia voorbij komen. Op zo’n moment laat ik mijn gevoel spreken. Na de eerste gesprekken met het bestuur, de technische commissie en de spelersraad werd dat gevoel alleen maar beter. Daarnaast kan ik heel goed met de huidige trainer Simon Schuil opschieten.’

Omlandia is volgens De Groot een echte dorpsclub met een mooi en rijk verleden. Zijn profiel paste kennelijk perfect in het plaatje dat de Ten Boerster club voor ogen had toen bekend werd dat Schuil zou stoppen. Er moest iemand voor de groep komen te staan met ervaring, iemand die gestructureerd kan werken, teams en spelers individueel kan ontwikkelen en een trainer die graag met jonge talenten uit de eigen kweek wil weken. Een trainer ook die met de hele club kan meedenken.

Het plaatje kon al snel ingekleurd worden en dus kan De Groot zich langzaam maar zeker op Omlandia gaan richten. Hij roemt de mentaliteit van het Noord-Groninger voetbal en verwacht deze ook bij de Ten Boersters aan te treffen. ‘Mijn streven is vanaf nu de club beter te doorgronden en in de voorbereiding zo’n twee weken de ruimte te creëren om elkaar op meerdere fronten goed te leren kennen.’

Hij is behoorlijk goed op de hoogte van het voetbal in de noordelijke regio en verwacht niet dat er veel verrassingen uit de hoge hoed zullen rollen. ‘Ik volg het amateurvoetbal breed en eeehhhh, ik denk dat ze hier ook gewoon elf tegen elf spelen?’, lacht De Groot. Met HS ’88 heeft hij al eens tegen clubs als bijvoorbeeld De Heracliden en RZ Baflo gespeeld. Dat waren volgens de coach altijd stevige potjes, maar daar is volgens hem niks mis mee.

Schuil staat bekend als een kind van de club. Op de vraag hoe De Groot zichzelf en zijn rol in de verdere ontwikkeling van Omlandia ziet, zegt hij: ‘Daar laat ik me niet over uit. Ik wil eerst de spelers en club leren kennen. Ik weet dat Simon goed werk verricht en wil zijn werk graag een vervolg geven, maar wil er wel mijn eigen visie op geven. Ik wil de club meehelpen in de verdere ontwikkeling en ben eindverantwoordelijk voor het eerste elftal. Een team is altijd goed als je als collectief speelt, zowel aanvallend als verdedigend. We moeten trots zijn om het shirt van Omlandia te dragen en daarbij alles geven, zodat de mensen met een fijn gevoel komen kijken. Ik heb er onwijs veel zin in en ben er trots op om hoofdtrainer te zijn van deze club.’