Oefenmeester Marco Pesiwarissa heeft zijn handtekening gezet onder een nieuw contract met vijfdeklasser Corenos uit Roodeschool. De Stadjer heeft het nog altijd prima naar de zin bij de club en de vereniging heeft voldoende vertrouwen in de trainer om hem voor onbepaalde tijd vast te leggen. Dat mag gerust een unicum worden genoemd binnen de voetballerij waarin eenjarige contracten eerder gemeengoed dan een zeldzaamheid genoemd mogen worden.
Pesiwarissa is aan zijn derde seizoen bezig bij het Roodeschoolster keurkorps. Het is nog geen jaar geleden dat hij zijn contract verlengde. Eigenlijk was men er nu heel snel uit. De samenwerking met de overige stafleden Bart Moes en Frits Meeuwis verloopt uitstekend en alle betrokkenen willen graag met elkaar door’, valt er op de website van de vereniging te lezen.
Binnen de gelederen van de club was nergens een vraagteken te bekennen dat achter een langer verblijf van Pesiwarissa geplaatst zou kunnen worden. ‘We hebben ons vertrouwen in Marco uitgesproken en zijn zo snel mogelijk om tafel gegaan. De stem van de staf en selectie was voor ons belangrijk en we hebben hier met deze keuze naar geluisterd. Marco werkt ook uitstekend samen met Gerrie Terpstra, de trainer van het tweede elftal. Hopelijk kunnen we iedereen zo lang mogelijk aan ons binden en gaan we het harde werken snel belonen’, aldus voorzitter Bart Rogaar.
Een en ander zal ongetwijfeld te maken hebben gehad met het feit dat Pesiwarissa meer is dan een trainer van een eerste elftal. Een wintertoernooi, tal van oefenwedstrijden, een in het leven geroepen techniekschool en een trip naar Benidorm. Al die extra inzet van de Groninger is binnen de club niet onopgemerkt gebleven en dat wilden ze kennelijk belonen.
‘Iedereen die mij kent, weet dat ik 24/7 met voetbal bezig ben en daarnaast ook heel creatief ben in het organiseren van allerlei activiteiten. Dat kan ik hier bij Corenos kwijt. Als club haal je met mij dus niet alleen een hoofdtrainer voor het eerste in huis, maar iemand die meedenkt en meehelpt binnen de vereniging. Daarnaast ziet de club dat sinds mijn komst de trainingsopkomst van gemiddeld 10 naar gemiddeld 24 spelers is gegaan en dat er gevarieerde trainingen worden aangeboden, waarin de spelers zich ook kunnen ontwikkelen.’ En dat zijn volgens Pesiwarissa voldoende redenen voor de club om tot deze stap te komen.
Op de vraag of hij geen valkuilen ziet in dergelijke verbintenissen, zegt de oefenmeester: ‘Nee, want we hebben hele duidelijke afspraken gemaakt. We blijven jaarlijks evalueren om te kijken of er van beide kanten nog voldoende draagvlak is. Mocht ik op sportief vlak nog een mooie stap kunnen maken, dan wordt mij die mogelijkheid ook gegund. Die stap stel ik nu dus even uit. Het klinkt misschien cliché, maar ik heb de groep ooit eens verteld in een wedstrijdbespreking dat ik het vergelijk met een huwelijk. Het moet van beide kanten komen en je moet met elkaar blijven communiceren, elkaar respecteren, helpen en verwachtingen naar elkaar uit blijven spreken. En zolang dat allemaal goed gaat, is er geen reden om uit elkaar te gaan. Daarnaast hebben Corenos en ik dezelfde ambities en die hebben we naar elkaar uitgesproken.’
Die ambities zijn wat hem en zijn team betreft nog altijd duidelijk. ‘Wij moeten bovenin mee kunnen draaien, alhoewel ik van mening ben dat de competitie er sterker op is geworden. Soms wordt er wel eens denigrerend gedaan over de vijfde klasse, maar er zitten echt hele goede ploegen bij zoals De Fivel, ZEC, Noorpool UFC, Warffum, VVK en Groninger Boys. Allemaal clubs die ik in deze competitie aardig hoog inschat. Daarnaast komt op de derby’s aardig wat publiek af. Menig club uit de Stad zou er jaloers op zijn. Ik herinner mij nog een oefenwedstrijd tegen vierdeklasser Middelstum. Dan staan er gewoon honderdvijftig toeschouwers langs de kant. Dat is toch geweldig!’
Uiteindelijk zal het allemaal op het veld moeten worden waargemaakt en dus is het zaak dat spelers zich ontwikkelen. ‘Toen ik hier, voordat ik hoofdtrainer werd, een aantal wedstrijden bekeken had schrok ik me dood van het niveau. Er werd ontzettend veel met lange ballen gewerkt. Vervolgens werd er gehoopt dat de tweede bal gewonnen zou kunnen worden en dat er van daaruit gescoord zou worden. Dat is nu binnen Corenos not done. Ik ben een trainer die van attractief, aanvallend en verzorgd voetbal houdt. Ik wil het publiek ook vermaken.’
De oefenmeester ziet de spelers echter steeds beter worden in hun ontwikkeling. ‘Ze moeten nog wel wat stappen maken, maar daar heb ik alle vertrouwen in. We hebben een jonge selectie, waar we zeker nog tien jaar verder mee kunnen. Daarnaast hebben wij in de JO15-1 een talentvolle lichting, die hierdoor voldoende de tijd krijgen om zich te ontwikkelen tot volwaardige selectiespelers. Verder heeft de club met Gerrie Terpstra, een goede vriend van mij, een ervaren trainer-coach binnen gehaald voor het tweede team. Ook hij heeft aardig verstand van het spelletje en brengt dat prima over op de groep. Samen trainen wij de selectiespelers en vullen elkaar blindelings aan. Dat gaat ook zeker helpen in de ontwikkeling van de spelers.’
Aan Pesiwarissa zal het dus niet liggen. Hij wil zo snel mogelijk met Corenos terug naar de vierde klasse. Ondanks de haperende competitiestart als gevolg van de coronacrisis staat dit streven nog altijd op de eerste plaats. ‘Ja, het is allemaal heel erg sneu. Niet alleen voor ons als trainers en spelers, maar ook voor de kantineomzet, de vrijwilligers en de supporters. We kenden een hele goede voorbereiding en daarnaast ook een goede start van de competitie. Daarnaast hebben we de bekerpoule overleefd en dat is nu allemaal stopgezet. Ik hoop dat de mensen verantwoord en verstandig met de maatregelen omgaan, zodat we allemaal weer zo snel mogelijk van competitiewedstrijden kunnen genieten.’
Ondanks de bizarre tijden blijft Corenos binnen de mogelijkheden gewoon doortrainen. Je weet immers niet wanneer er weer wedstrijden gespeeld mogen worden. ‘En daar wil je spelers op voorbereid hebben, zodat ze weer fit kunnen beginnen. Gerrie en ik zijn constant aan het puzzelen hoe we de training kunnen invullen en hoe we de spelers gemotiveerd houden, want in principe hebben zij niets om naar toe te leven. We trainen in ieder geval met groepjes van maximaal vier spelers en werken dan een circuittraining af, waarbij de spelers om de tien minuten onderworpen worden aan een andere oefening. Om er toch wat meer beleving in te krijgen en wedstrijdelementen in de trainingen te krijgen, gaan we tot aan de tiende november met een spelersklassement werken. Op de trainingen kunnen spelers individueel punten scoren. De speler met aan het eind de meeste punten, ontvangt een bierprijs met een Molukse maaltijd voor twee personen, door mij zelf persoonlijk bereid’, grinnikt Pesiwarissa.
Dat Corenos niet alleen in Roodeschool en huize Pesiwarissa leeft, maar ook daarbuiten, blijkt volgens de oefenmeester wel uit het feit dat hij steeds vaker wordt aangesproken over zijn club. ‘Voorheen hadden vrienden, collega’s en kennissen amper van Corenos gehoord. Maar als ik nu in een bouwmarkt loop of op het werk en ik kom een bekende tegen, weet die persoon wat we het afgelopen weekend hebben gedaan en dat is leuk. Wij zijn als club van ver gekomen en het is fijn om te zien dat we de laatste jaren steeds meer stappen maken en hierdoor aandacht van de pers krijgen.’
Pesiwarissa bedankt tenslotte Corenos, het bestuur, de supporters, spelers en stafleden voor het vertrouwen dat zij in hem hebben en spreekt de hoop uit dat er zo snel mogelijk weer in competitieverband gevoetbald kan worden.