Marinus Siekman uit Groningen (58), liefkozend ook wel ‘Bompa’ genoemd, verruilt na dit seizoen het Zoutkamper Zeester voor ZEC uit Zandeweer. De vriendelijke reus, liefhebber van het eerste uur en uiterst gedreven trainer vindt het na vier seizoenen in het vissersdorp welletjes. Zijn lijfspreuk? ‘Als trainer moet je nooit om respect vragen, dat moet je vanzelf krijgen.’
De geboren Stadjer kan uren over voetbal vertellen. Dat is ook niet zo gek, want hij heeft als speler en trainer een schat aan ervaringen opgebouwd. Als kind werd hij door Hugo Hovenkamp en Piet Fransen bij GVAV Rapiditas ondergebracht. Daar speelde de youngster tot en met de B-jeugd. Daarna werden de kicksen in de kast gezet vanwege het feit dat hij vaak in het buitenland verbleef.
Marinus Siekman was inmiddels 23 toen zijn broer hem vroeg om voor FC Mistral te komen spelen, een club die was ontstaan uit varende en voetballende schippers (DVVS). Hij verkaste daarna naar DIO Groningen, waar Martin Koeman (trainer) en Wim Everards (elftalleider) de drijvende krachten waren.
De in voetbalkringen welbekende Johan Brakema, toenmalig voorzitter en sponsor van Noordwolde, meldde zich na drie jaar bij Marinus Siekman met de vraag of hij niet bij de geelzwarten zou willen komen spelen. Rob de Blois besloot te stoppen als keeper en zou de club gaan trainen. Dus kwam er een plekje onder de lat vrij en daarmee was een nieuw hoofdstuk in het leven van de servicemonteur aangebroken. Het leverde hem al vrij snel een verkiezing op in het toenmalige Mc Donalds Regioteam, waar hij met spelers als Jack Suiveer, Eddy Tuik en bijvoorbeeld Rinie Jurna te maken kreeg.
‘Dat waren fantastische tijden. Ik weet nog goed dat ik na een wedstrijd tegen de profs van Groningen door Hans Westerhof werd gevraagd of ik op gesprek wilde komen in het Oosterpark. Daar kreeg ik te horen dat ik met de grote jongens mocht meetrainen. Een geweldige eer natuurlijk. Ik kon het jammer genoeg maar een paar maanden volhouden omdat ik zelfstandig ondernemer was. Ik ben toen naar Hans Westerhof gegaan en heb aangegeven dat ik er mee wilde stoppen. Het was gewoon een gevlieg van jewelste.’
Siekman besloot de cirkel rond te maken en keerde terug bij GVAV Rapiditas, waar hij nog een aantal jaren in het eerste speelde, totdat een ernstige blessure hem dwong om te stoppen. ‘In een bekerwedstrijd tegen Broekster Boys scheurde ik mijn schouderbanden af en een pees van het bot. Ik heb het daarna nog wel geprobeerd, maar kwam nooit meer terug op mijn oude niveau’, blikt hij terug op die periode.
De club moest op zoek naar een nieuwe doelman, maar vond in Siekman wel de persoon die de C1-jeugd ging trainen. Je zou rustig kunnen stellen dat hij min of meer per ongeluk in het trainersvak was gerold. Een jaar eerder was hij al leider van de B-junioren geweest, dus was het voor GVAV Rapiditas een optelsommetje. Siekman had zijn TC3 inmiddels op zak en zou nog een aantal prachtige jaren binnen de gelederen van de Stadjers meemaken.
Zijn eerste klus als hoofdtrainer vond hij bij GVB in Grootegast. Na anderhalf jaar bleek dat dit niet met zijn werk was te combineren. Iets dichter bij huis, aan de Kring op de Peizerweg in Groningen, was het vervolgens PKC ’83 dat zich van zijn diensten wist te verzekeren. Via vv Groningen kwam hij in 2001/2002 bij De Fivel terecht, dat toen nog in de vierde klasse speelde en als twaalfde zou eindigen. Siekman keerde terug naar GVAV Rapiditas en kwam na drie jaar Groninger Boys en net zo’n lang avontuur bij Aduard 2000 opnieuw bij Noordwolde terecht.
Hij zou er een seizoen blijven om daarna naar Zuidhorn te verkassen. FVV was de laatste stop voor Zeester. Siekman had toen inmiddels al heel wat meegemaakt, maar weet er niet zo even een club tussenuit te pikken waar hij zijn mooiste tijd heeft meegemaakt. ‘Ik heb simpelweg overal een schitterende tijd gekend. Een schat aan ervaring opgedaan en prachtige anekdotes als mooie herinneringen meegenomen. Ben vijf keer kampioen/gepromoveerd en heb twee keer de KNVB-beker gewonnen met de C1 van GVAV Rapiditas. Alles wat ik heb gedaan was heel mooi om mee te maken. Dat had ik voor geen goud willen missen.’
Zeester mag zich ook in dat rijtje voegen. Het is volgens Siekman een prachtige vereniging met een schat aan vrijwilligers. ‘Toen ik er kwam vond ik die jongens allemaal een beetje druk in het hoofd. Het leek voor hen onmogelijk om de bal drie keer naar iemand in het zelfde kleur shirt te transporteren. Door veel te trainen op het geven van passes, de traptechniek en het positiespel te verbeteren en tijdens partijvormen begeleidend te coachen ging dat steeds beter.’
De Zoutkampers stonden in het seizoen 2018/2019 op de rand van promotie naar de vierde klasse. Ze hadden zich van de tweede periodetitel weten te verzekeren en konden op het eigen Sportpark Tourcamp een flinke stap in de goede richting zetten. Veendam 1894 vormde echter een te groot struikelblok om de hoop op promotie levend te houden. De Zoutkamper brigade struikelde vanaf elf meter over de Veenkolonialen, nadat er in de reguliere speeltijd niet was gescoord en ook de verlenging geen soelaas had geboden.
De droom lag aan diggelen, maar Siekman bouwde onverdroten verder in Zoutkamp, waar hij met een andere bijna niet te kloppen tegenstander kreeg te maken. De coronapandemie was er mede verantwoordelijk voor dat het afgelopen seizoen niet uitgespeeld kon worden en dat de huidige voetbaljaargang al na enkele wedstrijden opnieuw stil kwam te liggen.
Siekman: ‘Ik heb nooit in mijn hoofd gehad om vier jaar bij Zeester te blijven. De mensen die mij kennen, weten dat het voor mij na drie jaar ophoudt. Omdat Zeester en de mensen er omheen altijd goed voor mij zijn geweest, vond ik na de eerste periode van de coronapandemie dat ik eigenlijk verplicht was om er een vierde jaar aan vast te knopen. Ik denk niet dat het bestuur er vanuit was gegaan dat ik nog een jaar zou blijven. De gedachte is me even door het hoofd gevlogen om er mee te stoppen, maar na deze twee periodes van corona vond ik dit gevoelsmatig niet echt een geschikt moment. VV Zeester heeft een leuk eerste elftal met een aantal mannen waar de jaren beginnen te tellen, maar daar staat tegenover dat er goede jeugd is doorgestroomd. Jaap van der Ploeg komt bij een geweldige vereniging en krijgt een groep met mogelijkheden.’
Het moment dat het voor Siekman wel duidelijk was om zijn heil elders te zoeken, was tijdens de uitwedstrijd tegen Surhuisterveen. ‘We stonden mee bovenaan en ik moest zeven spelers missen omdat er een aantal op familiebezoek ging. Anderen namen het niet al te nauw met de coronaregels en gingen doodleuk feestjes vieren. Dat zijn dingen die niet stroken met mijn belevingswereld. Als je ergens voor wilt gaan moet je elke week een finale willen spelen.’
Er zijn veel meer trainers dan dat er clubs zijn. De vraag rijst of ZEC een bewuste keus is geweest en of Siekman niet iets anders had willen proberen. ‘Op het moment dat het duidelijk was dat ik Zoutkamp zou verlaten, ging de telefoon meteen en waren er twee verenigingen in beeld. Van ZEC was het Bert van der Meer die mij vroeg of ik bereid was te komen praten. Dat ging allemaal vrij snel moet ik zeggen. Van der Meer heeft er in drie jaar aardig wat werk verricht. Er staat een goed eerste elftal, er zijn momenteel drie seniorenteams en in de structuur is er ook het een en ander veranderd. En nog zijn ze druk met nieuwe dingen bezig. Ik ben wel iemand die op zijn gevoel af gaat en had na een aantal gesprekken met bestuur en spelers wel het idee dat deze jas mij wel paste. De tijd zal moeten leren of mijn gevoel goed is geweest.’
Momenteel kan er vrijwel niks meer. Siekman houdt zich bezig met klusjes thuis, maar mist de groene grasmat. ‘Er zijn jongens van Zeester die goed voor zichzelf zorgen. Je wilt ze echter graag iets meegeven. Omdat de regels telkens weer worden aangescherpt, mag er steeds minder. Met vier man trainen vond ik al niks, nu mag het nog maar met twee. Voetbal moet niet op een soort van bezigheidstherapie gaan lijken. Samen kleden, samen douchen, samen even iets drinken en samen even napraten. Het zijn allemaal dingen die zo vanzelfsprekend waren, maar nu niet meer kunnen. Ik ben er eigenlijk helemaal klaar mee. Maar ja, wat doe je er aan. Eerlijk gezegd denk ik niet dat we heel snel weer aan het voetballen slaan en ik zou ook niet weten hoe de competitie dan weer opgestart moet worden. Ik heb mijn gedachten er wel eens over laten gaan. Dit gaat een lastige klus worden.’
Over de verwachtingen voor dit seizoen kan al weinig worden gezegd, laat staan dat Siekman iets zinnigs kan vertellen over zijn nieuwe klus in Zandeweer. ‘Ik heb er een hekel aan om hoog van de toren te blazen. We gaan echter wel proberen ergens voor te gaan. In hoeverre dat kans van slagen heeft is weer afhankelijk van factoren zoals schorsingen, blessures en dergelijke. We hebben wel afgesproken dat we aan de boom willen schudden in de vijfde klasse. We gaan het meemaken.’