Joran Knot van het net naar de vierde klasse gepromoveerde Corenos uit Roodeschool beleeft een wel hele bijzondere stageperiode op Bonaire. Enige tijd geleden meldde EemsmondSport al dat hij bij SV Vitesse was gaan voetballen, nu heeft de ‘makamba’, op Bonaire een scheldwoord voor een witte Nederlander, het echter al zo ver geschopt dat men hem voor het nationaal elftal van het Caribisch eiland heeft gevraagd. Met de hand op het hart de blik op de vlag van Bonaire richten en het volkslied Tera di Solo y Suave Biento horen spelen. Knot beseft nog steeds niet wat hem daar overkomt. ‘Dit is echt ongelofelijk’, vertelt hij.

Zo speel je in de vijfde klasse van het amateurvoetbal en zo krijg je een oproep voor het nationale team van Bonaire. Sta je als leuke Nederlandse amateurvoetballer ineens tussen de Antilliaanse jongens. Het gaat Joran Knot overkomen en hij is er nog steeds een beetje beduusd van. De student bedrijfseconomie loopt stage op Bonaire en vertoont zijn voetbalkunsten bij SV Vitesse. Volgens de berichten zitten er prima voetballers in het team en speelt er zelfs iemand mee die ooit voor tweede divisionist Kozakken Boys uit kwam. Samen met Knot vormt hij een koppel dat het team aanstuurt.

Knot heeft het woord ’makamba’ wel eens horen vallen, maar ziet dat niet als een scheldwoord. ‘Het is ook wel gemakkelijk hoor, want je bent een van de weinigen en dan weet je meteen over wie ze het hebben’, lacht hij. De communicatie verloopt overigens prima, want er wordt over het algemeen Nederlands gesproken.

Elftalleider Frits Meeuwes van Corenos verbleef enige tijd op Bonaire en vergeleek het voetbal daar met de top van de derde klasse. ‘Het gaat er daar ondanks de warmte fel aan toe. We hebben een wedstrijd van SV Vitesse gezien tegen Vespo. Dat was heel apart. Toen het duel begon zaten we met een mannetje of vijf op de tribune. Naarmate de wedstrijd vorderde, kwamen er echter steeds meer mensen naar het stadion in Rincon. Op zeker moment zaten er denk ik een mannetje of vijfhonderd. Opa’s en oma’s maakten met pannen en pollepels een vreselijk lawaai, maar het was machtig mooi om te zien.’ En dat Joran Knot nu voor het nationale team is gevraagd, vervult niet alleen hem maar de hele Roodeschoolster gemeenschap met trots. ‘Dit is een prachtige ervaring voor Joran, maar ook voor zijn familie en de club’, zegt Meeuwes.

De faciliteiten zijn daar wel iets anders dan men in Nederland is gewend. Op Bonaire zit men niet in kleedkamers. Het zijn omgebouwde containers. De derde helften zijn altijd gezellig op het Caribisch eiland. ‘Een clubhuis of iets anders hebben we niet. We gaan met de bus naar wedstrijden in Rincon. En als we dan terugkomen zitten we vaak nog wel op de parkeerplaats daar. Alles gebeurt gewoon lekker buiten. Dat heeft ook wel weer wat.’

Joran Knot gaat straks waarschijnlijk de boeken in als amateur-international met een van de kortste interlandcarrières ooit, hoewel hij niet de eerste amateurvoetballer is die op Bonaire het nationale team heeft gehaald. Dat was enkele jaren geleden Robbert Barendse uit Etten-Leur, die eveneens voor SV Vitesse speelde en ook al sprak van heetgebakerde wedstrijden, weddenschappen om grof geld en bloedfanatieke supporters.

Knot is door bondscoach Mauricio Tobon geselecteerd voor een toernooi dat op 1 juni van start gaat. ‘Na een wedstrijd van SV Vitesse kwam de trainer bij me en zei dat ik met de nationale selectie mocht meetrainen. Zijn werkgever aldaar moest nog wel even akkoord gaan, dus die kreeg een brief van de voetbalbond waarin om medewerking werd gevraagd. ’IK had eigenlijk alles al geregeld voor de uitnodiging kwam. Ik dacht, als ik er bij zit laat ik dit niet aan mijn neus voorbij gaan.’ Hij kreeg toestemming, maar zal daardoor wel twee weken langer op Bonaire blijven om in ieder geval aan zijn stage-uren te komen.

Na twee sessies zou duidelijk worden welke 23 spelers zouden worden opgeroepen en daar zit ik dus ook bij. Het is toch niet te geloven dat je de kans krijgt om international van Bonaire te worden?’, vertelt de Roodschoulster. Hij heeft niet het gevoel dat hij zich nu extra moet bewijzen. ‘Nee, eigenlijk totaal niet. Vanaf het begin werd ik door iedereen goed welkom geheten. Iedereen is gewoon heel relaxed en open naar elkaar toe. Voor de rest doe ik gewoon mijn best en zie ik wel waar dit avontuur gaat eindigen.’

Er wordt op 3 juni gespeeld op en tegen de Turks- en Caicoseilanden, twee eilandengroepen die deel uitmaken van de Antillen. Drie dagen later staat de tweede wedstrijd op het programma. Dan is op Curacao het ‘buureiland’ Sint Maarten de tegenstander. Op 11 juni staat de uitwedstrijd tegen de Amerikaanse Maagdeneilanden gepland. Deze eilanden, die van oorsprong Deens zijn, liggen tussen Puerto Rico en de Bovenwindse eilanden in het Caribisch gebied. De return van deze wedstrijd speelt Bonaire op 14 juni.

De overige wedstrijden maakt Knot niet meer mee. Op de vraag of hij het ook een raar idee vindt om als amateur-international in Nederland terug te keren, zegt hij: ‘Zo ver is het natuurlijk nog niet, daarvoor moet ik wel speelminuten maken. Maar als dat zou gebeuren, zou dat heel gek zijn. Wie maakt dat nou mee, als vijfdeklasser naar een eiland gaan waar je niets of niemand kent en vervolgens de kans krijgen om international te worden. Geinig toch?’

Hij moet nog even omboeken, maar naar verwachting komt Knot eind juli zet de Roodeschoolster weer voet op Nederlandse bodem. Bruin verbrand, een schat aan ervaringen en een afgeronde stage rijker. Hij zal zijn werk weer oppakken bij een Uithuizer accountantskantoor om in september aan zijn vierde en tevens laatste jaar van de studie bedrijfseconomie aan de Hanzehogeschool in Groningen te beginnen. En natuurlijk meldt hij zich dan weer op de trainingen van de club waaraan hij zijn hart heeft verpand. Waar hij als vijfdeklasser weg ging en als vierdeklasser terugkeert.