Rowan Rozema is vele jaren een gezichtsbepalende figuur geweest van FC LEO uit Leens. Hij keek uit naar een samenwerking met de nieuwe trainer Eduard Zuidema. Knieproblemen, waar Rozema al jaren door gekweld wordt, nopen hem nu definitief met voetballen te stoppen. ‘Mijn knie is aan gort, maar ik heb een prachtige tijd gehad’, aldus het voetbaldier in hart en nieren. Zijn laatste doelpunt in het eerste elftal van de Leensters was de was de gelijkmaker in het duel met RZ Baflo. We kijken met de werkvoorbereider en planner bij Installatietechniek Zijlstra terug.

door Kees Bouma

Rowan Rozema (31) debuteerde in het seizoen 2010/2011 in het eerste team van FC LEO. Hij bleef de club uit Leens altijd trouw, ondanks de vele aanbiedingen die hem bereikten. Op voetbalnoord.nl staat dat Rozema 173 competitiedoelpunten maakte, 29 voor de beker, 41 in oefenduels en nog 2 in de nacompetitie. Zijn productiefste seizoen was 2016/2017 toen de Feyenoord-supporter 35 keer raak schoot en kopte. Ruim meer dan de helft, want FC LEO maakte in dat seizoen 66 goals en eindigde slechts op de tiende plek. In het kampioensseizoen 2014/2015 knalde Rozema 27 treffers binnen, met als tweede Marco Gietema (20). FC LEO bleef Opende nipt voor, daarover en over Gietema later meer. In de voorbije twee  seizoenen was Rozema hoofdtrainer van zijn grote liefde, de poging om nog een keer in het oranje shirt te schitteren liep op een desillusie uit.

Hoe gaat het met je?

‘Goed, met jou ook hoop ik. Ja, ik ben gestopt. Mijn lichaam werkt niet meer mee. In 2013 ben ik al door mijn knie gezakt en in 2019 nog een keer. Ik heb toen een tijdje niet gevoetbald. Op zeker moment dacht ik het nog een keer te moeten proberen. Het gaat echter niet meer.’

Je was ook een tijdje trainer.

Ik heb twee jaar het tweede van FC LEO getraind en heb nog wat bij het eerste gedaan. We zijn bezig om samen te gaan met VVSV ’09 en Kloosterburen. Ik dacht laat ik het nog een keer proberen, in misschien het laatste jaar van FC LEO.’

Je hebt een mooie carrière gehad.

‘Ja, voor een kleine dorpsclub als de onze hebben we een prachtige tijd gehad. Derde klasse gespeeld. Een mooie tijd waar ik met veel plezier op terugkijk.’

Ben je vaak door andere verenigingen benaderd?

‘Ja, dat is zo. Ik wilde eigenlijk nooit echt bij FC LEO weg. Ik kan niet zo goed thuis weg. En ik voel veel voor deze club. Dat gehop van voetballers van club naar club? Daar heb ik niks mee. Winsum en Viboa hebben inderdaad weleens gebeld. Een vriend van mij, Stan Buikema, ging naar Winsum en vroeg me mee. Ik ging niet en toen hij weer terugkwam raakte ik weer geblesseerd. Kruisband stuk.’

Wat was het mooiste seizoen?

‘Uiteraard het jaar dat we kampioen werden  in 2015. Vooral de tijd dat we van de vijfde naar de derde klasse gingen. We hadden een mooie generatie. Niet alleen binnen de lijnen, maar ook buiten het veld. Allemaal jongens uit Leens. In de winterstop stonden we derde in de derde klasse.’

Wie was je beste trainer?  

‘Van Jan Jaap Zijlstra hebben we het meeste geleerd. Hij keek toch wat anders naar  voetbal dan wij gewend waren. Jan Jaap had zelf op een hoog niveau gespeeld. Maar iedere trainer heeft wel wat en mist ook wel iets. Anders zitten ze niet bij FC. LEO.’

Wie was je beste teamgenoot?  

‘Stan Buikema sowieso. Zijn broer Mart ook. Maar die is verongelukt (in 2013 -red.). Triest. Ik heb een tijd met mijn buurman Marco Gietema gevoetbald. Die zei; Ik kan goed rennen en jij kunt goed scoren. Ik ren achter de bal aan en geef hem voor, dan schiet jij ze er in. Dat was een mooie combinatie.’

Heb je altijd voorin gespeeld?

‘Ik speelde toen ik jong was wel op ‘tien’ maar daar speelde Mart in het eerste. Daar kon ik niet tegenop, dus zei ik tegen de toenmalige trainer Roelof Hovius; zet mij maar in de spits, want ik wilde in het eerste. Daar was eentje nodig. Hij vond het goed.’

Heb je en favoriete tegenstander?

‘Jazeker, Opende. Altijd mooie duels tegen gespeeld, zowel thuis als uit. Veel publiek daar in Opende. Dat waren leuke wedstrijden, het ging er goed om weg.’

Wat ga je nu doen?

‘Ik heb geen idee. Trainer worden of zo? Ik weet het nog niet. Eerst maar eens zien hoe het gaat. Het seizoen is nog maar net begonnen. Ik ben nog maar 31 jaar. Een jonge God nog, Haha.’