In Delfzijl werd zondag de zesde editie verreden van de wielerkoers Rondje Ziel. Na twee coronajaren kon het plaatselijke wielercomite de vlag eindelijk weer uithangen. Op wat verdwaalde regendruppels na verliep de wedstrijddag in de havenplaats prima. Na een spannende ontknoping wist Roy Eefting er met de hoofdprijs vandoor te gaan.

Halverwege de ochtend werd de Sportklasse verreden. De deelnemers kregen 25 ronden van 2,1 kilometer af te werken. Daarna was het de beurt aan de vrouwen. Zij legden de zelfde afstand af. Na het middaguur werden de Junioren/Amateurs weggeschoten voor een afstand van 63 kilometer en uiteindelijk was daar de kers op de taart. De Eliterenners en beloften moesten 85 kilometer afwerken door oud-West en hoewel het er enige tijd op leek dat een kopgroep van vier de invulling van het podium zou gaan verzorgen, pakte het toch even anders uit.

Start en finish bevonden zich op de Koningin Julianalaan, ter hoogte van Sportpark Centrum. Het parcours liep via de Menno van Coehoornsingel, langs de gracht via de Rijksweg terug naar de Koningin Julianalaan. De omstandigheden waren ideaal. Het was typisch Nederlands zomerweer en her en der hadden zich wat plukjes toeschouwers langs het parcours genesteld. Op De Rijksweg speelde zelfs een band in de tuin van een van de aanwonenden, waardoor het daar al snel gezellig werd.

De koers werd al snel opengebroken en het was Aden Paterson, een ploeggenoot van Eefting, die de lont in het kruitvat stak. Samen met de drie Friezen Jelte Krijnsen, Klaas Eekma en Harry Sweering ontsnapten ze aan het peloton. Daar leken de teamgenoten van Sweering in de remmen te willen knijpen, maar ze kregen de grote groep niet onder controle. Een voorsprong van achttien tellen bleek uiteindelijk niet voldoende voor het viertal om uit de klauwen van de jagende meute te blijven. Eefting bekeek het allemaal van een afstandje. Hij bemoeide zich niet met de kop van de wedstrijd, maar liet zich er wel heel slim naar toe rijden.

Met nog vier ronden op het bord gaat het kwartet voor de bijl. Niemand lijkt vol gas door te willen rijden en dus krijgt het peloton de gelegenheid om het gat dicht te rijden. Eefting is inmiddels ook wakker geschud. In de slotronde laat hij in de massasprint zijn kwaliteiten zien en schiet alles en iedereen in een hele sterke sprint te kijk.

Niet gek voor iemand die tijdens het EK baanwielrennen in München nog een bronzen plak had gewonnen op het onderdeel scratch. De bestuurder van de auto achter de koers kreeg de lachers nog op zijn hand omdat hij kennelijk wat moeite had om in plaats van een geschakelde auto ineens een automaat te moeten bedienen. Na een vrij abrupte stop kon hij gelukkig zijn weg vervolgen.

Dat deed Eefting ook en met succes dus, al klaagde hij na afloop van de wedstrijd wel over het feit dat hij ‘slechte benen’ had gehad. Het feestvieren en een dag of wat niet fietsen was hem kennelijk niet in de koude kleren gaan zitten. Eigenlijk zat hij achterin wel lekker in de luwte, maar toen de Drent eenmaal in de gaten kreeg dat er toch wat te halen viel, was hij er als de kippen bij. ‘Eigenlijk kreeg ik pas kort voor het einde door dat het wel eens een massasprint zou kunnen worden. En ik ben een sprinter, dus toen heb ik mijn tanden toch nog maar even in de koers gezet’, aldus de Drent. De komende tijd gaat hij zich voorbereiden op het WK baanwielrennen dat in oktober in Frankrijk wordt afgewerkt (foto’s: Bianca Kiel/EemsmondSport).