Derdeklasser Omlandia en hoofdtrainer Simon Schuil gaan ook het seizoen 2021/2022 met elkaar door. Dat hebben de Ten Boerster club en de oefenmeester onlangs besloten. Schuil is overigens niet de enige die blijft. Ook zijn assistent René Hovenkamp heeft zijn handtekening onder een verlenging gezet. Dit geldt eveneens voor Daniël Venhuizen, de hoofdverantwoordelijke van het tweede team en Timothy de Vries van het eerste vrouwenteam. Evalueren na drie wedstrijden is geen haalbare kaart. En toch hebben beide coaches duidelijk in beeld waar hun teams momenteel staan.

In april van dit jaar werd bekend dat Schuil en Venhuizen het voetbal in Ten Boer nieuw leven moesten inblazen. Een schat aan ervaring en jeugdig elan leken elkaar op het sportpark aan de Sportlaan te hebben gevonden. Hoe wrang is het dan dat het duo, amper geïnstalleerd, te maken kreeg met een tweede golf van het coronavirus. Met als gevolg dat de competitie na een paar wedstrijden al weer stil kwam te liggen.

Casper Goedkoop was in 2012/2013 de laatste trainer die successen kon begroeten met het eerste team van Omlandia. Het waren mooie tijden voor de witblauwen, die naar nieuwe successen hunkeren. Schuil en Venhuizen moeten daar voor zorgen, maar hebben de kans nog niet gekregen om de plannen fatsoenlijk uit te rollen. En dus zijn er vragen. Die willen beide heren maar al te graag beantwoorden. Zoals bijvoorbeeld of besturen van clubs geen risico nemen met het verlengen van een contract. Teams en dus ook hun coaches hebben immers nog maar weinig kunnen laten zien.

Simon Schuil gelooft daar niet in. Hij is erg blij dat hij op het oude nest terug is en dat Omlandia met zijn aanstelling bewust gekozen heeft voor een trainer die zich op de toekomst van de vereniging wil richten. De club heeft daar vertrouwen in. ‘En het is belangrijk dat er snel duidelijkheid is richting het nieuwe seizoen, zodat je je kunt richten op het vervolg van dit seizoen. Het is overigens fijn dat René Hovenkamp en Daniel Venhuizen eveneens blijven, want die spelen een belangrijke rol bij de huidige positieve ontwikkelingen.
‘De club is aan het begin van het seizoen een nieuwe weg ingeslagen. Die kunnen we nu blijven volgen. We zijn ergens aan begonnen dat nog lang niet af is en door de huidige situatie nog voldoende uitdagingen zal opleveren’, vult Venhuizen zijn collega aan.

Zoals reeds gememoreerd heeft de coronacrisis heel wat zand in de raderen gestrooid. Beide oefenmeesters werken met een vrij nieuwe groep en vinden dat er in het groepsproces al flinke stappen zijn gezet. Schuil: ‘Ook in de periode dat we met groepjes van vier trainden was de opkomst van beide elftallen groot en dat we op die manier de groepen bij elkaar hebben kunnen houden. Dat is voor mij het belangrijkste in deze periode, omdat je daarmee weer je voordeel kunt doen in de tweede seizoenshelft. Desondanks hopen we straks snel weer wedstrijdgericht te kunnen trainen, want van een conditionele opbouw is in deze periode minder sprake.’

Over de verschuivingen binnen de beide selecties zegt Venhuizen: ‘Simon heeft veel spelers van het vorige tweede elftal naar het eerste elftal gehaald. Hierdoor is ook binnen mijn selectie een totaal nieuw situatie ontstaan. Die bestaat nu uit een paar spelers van het vorig seizoen, maar ook veel jeugdspelers die de doorstroming naar het tweede elftal hebben gevonden. Het is mooi om te zien dat jongens zoals Mart Schollema, Ruben Hummel, Patrick Bergman, Ruben de Haas, Mark Rijzebol en Melle Elgersma veel stappen zetten in hun ontwikkeling. De eerste resultaten waren tegenvallend, maar dit team moet nog wennen aan de eerste klasse.’

Van voetbal is momenteel geen sprake en dus vindt de samenwerking tussen beide coaches vooral plaats op het gebied van afstemming op het gebied van inhoud en opzet van trainingen. Schuil: ‘Ik ben erg blij met het fanatisme van Daniel in deze periode. Het is ontzettend mooi om te zien dat hij ondanks de beperkingen altijd weer een uitdagend programma voor zijn groep heeft. Daarnaast trainen we op de zaterdagen samen de jongens van het eerste en tweede team die graag een derde training willen. Dat is voor de onderlinge band tussen beide elftallen erg goed. Wij hebben korte lijntjes, dus we weten elkaar zeker te vinden en los van het contact op het voetbalveld hebben we regelmatig telefonisch contact. De samenwerking is prima wat mij betreft.’

Venhuizen is van mening dat de oefenmeesters hun mannen qua trainingen veel variatie kunnen aanbieden en welke oefenvormen men van elkaar kan gebruiken. ‘In het begin van het seizoen zag je elkaar natuurlijk veel meer en ging het dan vooral over de wedstrijden en selecties enzovoort. We houden verder altijd goed contact via de app of door middel van bellen waardoor we ook precies weten wat we aan elkaar hebben.’

In deze periode ben je als trainer verantwoordelijk voor uitdagende trainingen, maar ook de motivatie van de groep zelf moet hoog zijn. Venhuizen en Schuil zijn van mening dat hun selecties hebben laten zien dat het daar niet aan ontbreekt. ‘We hebben getraind in groepjes van vier en eigenlijk hebben we allebei gewerkt met een puntenbokaal zodat er altijd iets op het spel staat. Dit zorgt voor een extra stukje motivatie. Uiteindelijk wil elke speler graag een competitie-element’, zegt Schuil.

Venhuizen: ‘Als je naar de trainingen van het eerste en tweede elftal kijkt is dit er ook zeker uitgekomen, mede door gebruik van veel materiaal zoals banken, linten en verschillende soorten ballen. Binnen de club hoopt iedereen dat we snel zicht hebben op normaal trainen of het spelen van wedstrijden. Dat hebben de spelers verdiend en zorgt ook weer voor licht aan het einde van de lange tunnel.’

De doelstelling voor het eerste elftal blijft onveranderd. Schuil wil van het Ten Boerster vlaggenschip een stabiele derdeklasser maken, waarbij ruimte moet zijn voor het inpassen van jeugdspelers. Of dat streven gehaald zal worden is lastig te bepalen omdat er nog maar een zeer beperkt aantal wedstrijden gespeeld kon worden. Voor hem en zijn collega geldt dat ze nog niet hebben kunnen laten zien dat ze op de goede weg zijn.

Toch heeft Schuil al wel lichtpuntjes gezien. ‘Als trainer ben ik erg trots als je ziet welke rol de jeugd daarin speelt. Wouter Hoek speelde vorig jaar al in het eerste team. Luc Bergman is officieel nog jeugdspeler, maar keept wekelijks in het eerste alsof hij er al jaren staat. Daarnaast beleven we op dit moment erg veel plezier aan Jeremy van Coevorden. Hij is ook overgekomen vanuit de JO 19, maar is wel een speler die het Ten Boerster publiek al meerdere keren heeft laten zien welke kwaliteiten hij bezit. In het tweede elftal speelt een aantal jonge jongens op een goed niveau, zij kunnen hopelijk snel de stap maken. Met de toekomst van het voetbal in Ten Boer zit het wel goed. De sfeer in de groep zorgt er denk ik ook voor dat deze jongens zich snel op hun plek voelen.’

Dat is volgens hem ook het geval bij de van Potetos overgekomen doelman Mickeal Bos en middenvelder Brian Drevel, vorig seizoen goed voor vijf goals in dienst van SC Scheemda, waarbij laatstgenoemde zich ook al nadrukkelijk heeft laten zien. In zijn eerste optreden voor Omlandia scoorde hij thuis in het duel met Helpman. Overigens wonen beiden in Ten Boer en dat heeft er mede voor gezorgd dat Omlandia met louter Ten Boersters aan de slag is gegaan.

Venhuizen denkt dat zijn team na de herstart voor elk punt zal moeten knokken. Hij heeft er alle vertrouwen in dat dit zal gebeuren. Belangrijk is echter ook dat de ontwikkeling van jonge spelers mede voorop moet staan. ‘Het is wel fijn dat de oudere en meer ervaren spelers binnen het elftal, zoals Jesse Doornbos, Wester de Roo en aanvoerder Roel de Vos, een nieuwe rol hebben gekregen ten opzichte van voorgaande jaren maar dit binnen het elftal prima invullen. Ook is Bram van der Veen dit seizoen nieuw bij het tweede elftal gekomen. Het is mooi om te zien dat hij zich snel op zijn plek voelt binnen het tweede elftal en dat geeft ook aan dat het met de sfeer binnen het tweede elftal wel goed zit.’

Communicatie, duidelijkheid, ontwikkeling en geduld. Het zijn de toverwoorden die waarschijnlijk nog vaak aan de Sportlaan in Ten Boer zullen klinken. Schuil: ‘De contacten tussen Daniel en mij zijn erg plezierig, maar ook die met de technische commissie van de senioren en de jeugd zijn erg goed. Samen hebben we een doel voor ogen en dat is de toekomst van onze mooie club. Alle partijen hebben er voor gezorgd dat er op dit moment door goed onderling contact duidelijkheid is naar de spelersgroepen van het eerste en tweede elftal. De focus kan op het voetbal worden gericht. Dat is waar het allemaal om draait.’

Venhuizen vindt dat hij en Schuil naar elkaar toe zijn gegroeid. ‘Simon heeft aan het begin van dit voetbaljaar een fantastisch trainingskamp voor het eerste en tweede team georganiseerd. Daarna zijn we weliswaar uit elkaar gegaan maar is er altijd nog goed contact over de voortgang van spelers en allerlei andere zaken. Het mooie is dat er gedurende de crisis ook gewoon stappen zijn gezet. We blijven er bovenop zitten en de huidige lijn doortrekken als we weer beginnen. En laat dat niet te lang meer duren, want iedere voetballer, trainer, supporter en vrijwilliger staat te popelen om weer te beginnen.’

Schuil: ‘Los van de prestaties hebben mensen behoefte aan het sociale voetbalpraatje of het biertje in de kantine. Dat in combinatie met eventueel succes van ons eerste en het tweede team zijn de zaken waar ik enorm naar uit kijk. Voor nu zouden Daniël en ik willen zeggen; blijf gezond en zorg dat je de maatregelen naleeft zodat we elkaar weer snel op en langs het veld kunnen zien.’