Bert Vos (62) is als trainer bezig aan zijn laatste seizoen bij vv Winsum. Vos is een zeer succesvolle oefenmeester, een van de best presterende voetbalcoaches van Noord-Nederland. Vos begon bij CVVB (nu SV Bedum) en werkte daarna voor Oranje Nassau, ACV, Holwierde, The Knickerbockers, Gorecht en stapt na dit seizoen over naar PKC ’83. Opnieuw een eersteklasser met perspectief. Wat maakt Bert Vos tot zo’n goede trainer/coach? Daar spraken we met hem over.
door: Kees Bouma
VV Winsum is inmiddels opgeklommen naar een veilige plek in de middenmoot en kan stiekem omhoog kijken in de 1e klasse E. Wat ziet Vos nog voor perspectief in zijn laatste maanden op het Geert Reinders Sportpark Winsum West?
‘Het gaat inderdaad goed. De hobbels, die het gevolg waren van corona hebben we overwonnen. We hebben het ritme weer te pakken. Er wordt goed getraind en staan er echt goed op. Winsum heeft scorend vermogen, we kunnen het achterin dicht houden en we kunnen ook op het middenveld wel aardig voetballen. Er zit diepgang in de ploeg met mannen als Rick Schaaphok, José Bello, Tijs Mulder en Stan Buikema. De backs komen graag op. Kortom, ik laat me graag verrassen.’
Wat maakt Winsum tot zo’n lastige tegenstander voor veel clubs?
‘Wij hebben het principe dat, als wij niet in de wedstrijd zitten, dan de tegenstander ook niet. We zitten er kort op, zijn conditioneel sterk en hebben steeds meer grip op onze tegenstanders.’
Bert Vos is sinds 1994 hoofdtrainer. Hij startte bij CVVB. Wanneer wist hij dat hij trainer wilde worden?
‘Dat wist ik al een tijdje, toen ik nog bij Poolster voetbalde heb ik al de diploma’s TC 3 en TC 2 gehaald. CVVB zat bij ons in de competitie en wilde elk jaar kampioen worden en het mislukte steeds. Toen ze weer een keer van Poolster verloren dacht ik , dat kan ik beter. Ik zei na die wedstrijd tegen de bestuurders: Als je kampioen moet worden, moet je mij bellen. ’
CVVB hapte toe en in het tweede seizoen konden de Bedumers de titel vieren. Vos kon na vier seizoenen de clubs uitkiezen en werkte aan een succesvolle carrière.
‘Nee, ik heb dat niet gepland. Dat kan niet. Ik heb het wel gemanaged. Ik heb mijn eigen keuzes gemaakt en dat niet aan anderen over gelaten.’
Bert Vos heeft bij bijna alle clubs succes gehad. Waar is hij het meest trots op?
‘Ik denk toch wel de prestatie bij ACV. Toen ik daar kwam moesten we een heel nieuw team opzetten en dat is gelukt. In mijn derde en laatste jaar werden we kampioen in de hoofdklasse en dat was toen het hoogste amateurniveau. Dat was wel netjes. Ook bij Oranje Nassau gin het goed. Met ON heb ik ook de hoofdklasse bereikt.’
Overigens degradeerde Vos in zijn laatste jaar met Oranje Nassau ook weer uit de hoofdklasse. Het is de enige keer dat hij met een team degradeerde in ruim 25 jaar. Hij staat bekend als een trainer die meer waarde aan een goede bespreking hecht dan aan een perfecte training. Dat beaamt de man die drie jaar geleden met pensioen ging en nu alleen nog als trainer werkt.
‘Ja, dat klopt wel. Trainen moet vooral plezierig zijn. Ik kom vaak even in de kleedkamer, even dollen met de jongens, en kijk op het veld even terug op de laatste wedstrijd. Mijn assistent doet de warming-up en we doen veel partijspelen. Afgelopen dinsdag blies ik al na een uurtje de training af, zodat de jongens nog naar Ajax-Benfica konden kijken. Maar trainen en de bespreking hebben wel een relatie met elkaar. Als je goed traint is de bespreking ook prettiger.’
Ben je een strenge trainer?
‘In het veld wel, er buiten helemaal niet. Ik heb buiten het veld maar twee regels. We zijn op tijd bij de dingen die we gaan doen, net zoals in de normale wereld. En de tweede is dat een ander nooit verplicht van onze gezelligheid hoeft te genieten. Wil je een biertje meedrinken, leuk. Niet, dan is dat ook goed. Maar in het veld gebeurt het zoals ik dat wil. Ik heb een enorme hekel aan mensen die hun best niet doen.’
Wat maakt je tot zo’n succesvolle trainer?
‘Dat zijn natuurlijk diverse factoren. Ik heb wel een dwingend karakter. Ik ben over het algemeen rustig, maar het gaat zoals ik het wil. Ik kan het uiterste uit een groep halen. Over een goede instelling wil ik het niet eens met spelers hebben, dat is vanzelfsprekend. Ik probeer spelers te ontwikkelen, in en buiten het veld. Als spelers niet goed trainen, dan gaan we in gesprek. En dan mogen de alarmbellen wel afgaan bij dat soort mannen. Elke week één ding verbeteren, zeg ik vaak. Als je dat vijftig weken lang doet, ga je wel vooruit hoor. Verder ben ik goed op de hoogste van de kwaliteiten van onze tegenstanders.’
Kun je een voorbeeld noemen hoe je rekening houdt met de tegenstander?
‘Ja hoor. Broekster Boys heeft razendsnelle vleugelspelers. Ik heb mijn backs opdracht gegeven ze ruimte te geven, zodat ze de bal aannamen, maar niet uit hun rug konden wegsprinten. Laat ze maar aan de bal, dan zijn ze niet zo snel.’
Heb je veel contact met je aanvoerders en welke herinner je je als heel goed?
‘Ik neem het strijdplan bijna altijd even door met de aanvoerder. Zien we het hetzelfde? Dit is plan A, dat is plan B. Levert dit de goede energie op? In Marcel Pannekoek heb ik bij Winsum een goede aanvoerder gehad. Ook Jarno Rutgers was bij ACV een goede, maar die zat wel vaak op de bank’, aldus een lachende Vos.
Hoe ziet je bespreking eruit?
‘Die duurt maar vijftien minuten. Altijd. We bespreken het wedstrijdplan en ook plan B. Spelers mogen hun mening geven, maar als we naar buiten gaan weet iedereen hoe we het gaan doen. Ik hou zeker rekening met de tegenstander. Ik informeer ook veel bij collega’s. Wat zijn de sterke punten, hoe was de sfeer?’
Heb je een vast strijdplan of wisselt dat?
‘Ik hou altijd rekening met de opponent, maar nu bij Winsum hebben we wel een vast plan. We doen elke week hetzelfde. Zetten snel druk en als dat niet lukt gaan we naar plan B.’
Maak je je in de rust wel eens boos?
‘Vroeger meer dan nu, maar het is zeker gebeurd. Bij ACV heb ik eens een prullenbak tegen het plafond getrapt. Ik dacht, die is voor mij. Maar dat kun je niet iedere week doen. Ik heb een bloedhekel als ze het wel kunnen, maar niet laten zien. Het hielp wel hoor, die prullenbak.’
Spreek je voor de wedstrijd met de wisselspelers om te vertellen dat ze ernaast staan?
‘Nee, dat doe ik zelden. Het is overigens niet leuk om mensen teleur te moeten stellen. Dan helpt winnen ook enorm, want dan begrijpen de wissels wel dat ze er niet in staan.’
Aan welke spelers heb je zeer goede herinneringen?
‘Dat zijn er velen. Edwin Roeters (CVVB en Oranje Nassau), Henri Bierling (Oranje Nassau), Lloyd Jackson (Gorecht), Marten van der Zee (The Knickerbockers). Matthijs Eppinga (ook TKB), Robert Groninger (ON), dat zijn wel enkele mannen waar ik met plezier aan terug denk.’
Vos was bij alle clubs meerdere jaren werkzaam, behalve bij Holwierde. Na een jaar hield de oefenmeester het daar voor gezien. Waarom zo kort bij de club van de Ten Hove’s?
‘Ik vond het daar niet vervelend hoor, maar ik had toen niet het gevoel dat ik de groep veel verder kon brengen. Toen kwam TKB en ik dacht dat het beter voor mij was. Ik had het ook druk met werk op dat moment en bij TKB gaat het wat losser. Dat paste mij toen goed.’
Heb je trainers waar je je aan spiegelt?
‘Ja, Willem van Hanegem sprak mij aan. Johan Cruijff ook, Van Bronkhorst, altijd netjes, maar ook een Diego Simeone vind ik geweldig. Van Hans Westerhof heb ik ook een hele goede indruk gekregen.‘
Heb je wat geleerd van de trainers die je zelf als voetballer hebt gehad?
‘Nou, als ik eerlijk moet zijn? Nee, niets. Nou vooruit, van Henk Mertens heb ik nog wel wat opgestoken. Die kon me wel een beetje vertellen wat ik als centrale middenvelder moest doen.’
Hebben we iets niet gevraagd wat je nog kwijt wilt?
‘Ik ben ook nog coach geweest van het Nederlands amateurelftal, samen met Gerard Molenaars. Dat was een mooie tijd. We hebben ons toen nog gekwalificeerd voor de eindronde in Duitsland. Ik spreek Gerard, die momenteel de vrouwen van Oranje Nassau, koploper in de hoofdklasse traint nog regelmatig. We schaken ook tegen elkaar.’
Bert Vos, een markante persoonlijkheid op de voetbalvelden, denkt nog niet aan stoppen. Hij is liefhebber van Amerikaanse bluesmuziek, vader van twee volwassen zonen en gaat er vol voor om met vv Winsum nog hele mooie dingen te bereiken. En daarna naar PKC ‘83, weer een uitdaging. Of het zijn laatste club wordt weet Vos niet. Hij tekent altijd een contract voor slechts één jaar. Bevalt het niet, dan zoekt hij iets anders.