De 20-jarige talentvolle scheidsrechter Demir Guberinic uit Warffum is als eerste in groep F geëindigd en als gevolg daarvan naar groep E in het zondagvoetbal gepromoveerd. De KNVB-arbiter mag komende seizoen eerste-, tweede- en derdeklassers fluiten. Wat bezielt iemand om scheidsrechter te worden. Iedere week maar weer naar het gezeur en gezanik van voetballers, trainers en supporters moeten luisteren. Al die verwensingen die je soms naar je hoofd krijgt geslingerd. Wat is daar nou leuk aan? Scheidsrechter zijn is niet bepaald een hobby met een goed imago. En toch hebben de miljoenen sporters ze iedere week weer nodig. Domweg omdat er iemand moet zijn die belangrijke beslissingen moet en durft te maken. Demir Guberinic uit Warffum is zo iemand die daar niet voor terugdeinst. De talentvolle Warffumer is onlangs weer gepromoveerd en mag nu op de zondag eerste-, tweede- en derdeklassers fluiten. Zijn ultieme droom? Het fluiten van een eredivisie-klassieker of een WK-finale.

Voetbal, tennis of korfbal. Het zijn sporten die je in de regel als hobby aan iemand van twintig jaar plakt. Voor Demir Guberinic was dat aanvankelijk niet anders. Hij droomde van een glansrijke carrière als keeper op professioneel niveau, begon op zijn achtste bij vv Warffum en verkaste daarna naar het toenmalige Viboa uit Winsum. Toen hij elf jaar was, smolten Viboa en Hunsingo samen tot vv Winsum. De jongeling zou daarna nog drie jaar als keeper fungeren en floot in die tijd ook al in clubverband. Op zijn veertiende besloot hij een andere weg in te slaan. ‘Ik had op dat moment wel in de gaten dat het er voor mij niet in zat om als keeper de top te halen. Tegelijkertijd had ik een passie ontwikkeld voor het fluiten en omdat mijn toekomstperspectief als scheidsrechter beter was, besloot ik me daar verder in te ontwikkelen. Ik keek altijd al tegen scheidsrechters op wanneer er voetbal op televisie was. Het gegeven dat hij in feite de leider is van een wedstrijd, vond ik boeiend. Ook de gele en rode kaarten vond ik als klein jongetje heel erg interessant. Op den duur kreeg ik een setje kaarten van mijn moeder, waar ik op het voetbalveld in Warffum regelmatig mee zwaaide.’

Toen hij een jaar of tien was, kwamen er regelmatig arbeiders vanuit de Eemshaven op de zondagmiddag naar Warffum. Ze gingen dan onderling een potje voetballen op het kunstgrasveld, dat toen nog het enige kunstgrasveld van de provincie Groningen was en voor iedereen toegankelijk. ‘Ik was er op zeker moment toen er opeens drie busjes met Poolse arbeiders het terrein kwamen oprijden. Ze gingen negen tegen negen spelen. Ik zag dat en liep naar de groep toe, waar ik als tienjarige middels gebaren duidelijk probeerde te maken dat ik graag wilde fluiten. Dat mocht en zo stond ik opeens Poolse arbeiders te fluiten tijdens een onderling wedstrijdje. Nou ja, fluiten was het niet echt, want het enige wat ik had meegenomen, waren de kaarten die ik van mijn moeder had gekregen. Ik liep die jongens meer te commanderen en met gele en rode kaarten liep t wapperen dan dat ik aan het fluiten was. Verbazingwekkend genoeg wilden ze wel naar mij luisteren. Toen ik iemand rood gaf, stapte hij ook werkelijk van het veld af. Hilarisch natuurlijk. Ik denk dat hier de scheidsrechter in mij geboren werd.’

Na heel wat wedstrijden op clubniveau te hebben mogen leiden, floot hij in juni 2018 zijn eerste wedstrijd als KNVB-scheidsrechter. ‘Ik was toen geslaagd voor de cursus tot KNVB-scheidsrechter en moest een jeugdwedstrijd tussen WVV uit Winschoten en GVAV Rapiditas uit Groningen fluiten. Het was voor mij super spannend. Ik was zo bang dat het mis zou gaan, dat ik 2,5 uur van tevoren al bij de club was aangekomen. Tijdens mijn wedstrijden word ik vaak door supporters met iemand als Serdar Gözübüyük vergeleken. Dat is dan mooi, want dat is voor mij een grote naam in Nederland. Zoals Felix Brych en Alireza Faghani dat internationaal zijn.’

Na zijn debuutjaar binnen de voetbalbond werd het talent in jeugd F geplaatst, promoveerde al snel weer en debuteerde na de coronacrisis in het seizoen 2021/2022 als scheidsrechter bij de senioren, waarbij hij meteen een plek kreeg in het Ontwikkel Traject Scheidsrechters (OTS). ‘Afgelopen seizoen heb ik mijn wedstrijden tot en met maart voornamelijk in de derde klasse gefloten en in de laatste maanden was dat vooral de tweede klasse. Tja, dan krijg het nieuws dat je naar senioren E bent gepromoveerd. Geweldig natuurlijk. Dit betekent dat ik aankomend seizoen voornamelijk actief zal zijn in de tweede klasse, met uitzicht op wedstrijden in de eerste klasse als ik het een beetje goed doe. Ook is mijn verblijf in het OTS met een jaar verlengd. Op dit moment gaat het dus erg goed, iets wat ik wil blijven volhouden. Gewoon door hard te trainen, goed te presteren en vooral mezelf te blijven. Dan moet ik deze stijgende lijn door kunnen zetten.’ Binnen het traject is Marco Oosting zijn coach. Een ervaren scheidsrechter uit het amateurvoetbal die weet wat het is om op niveau te fluiten. In het verleden was Dado van der Ploeg uit Uithuizen zijn begeleider. ‘Hij is erg waardevol voor mij geweest bij het aanleren van de basis als scheidsrechter en het kweken van zelfvertrouwen’, zegt Guberinic.

Op de vraag of het lastig is om als jonge scheidsrechter het respect van met name oudere spelers te krijgen, zegt de fluitist: ‘Je hoort af en toe wel dingen roepen als wat moet dat broekie nou dan. Eigenlijk wel logisch, want spelers kennen je niet. Ik probeer dan altijd duidelijk in mijn fluiten te zijn en aan te geven waar mijn grenzen liggen, zonder autoritair te zijn. Spelers zien het natuurlijk ook als je er als scheidsrechter dicht op zit. Dan is het voor hen ook kansloos om met mij in discussie te gaan. Wat spelers vaak ook fijn vinden is als een scheidsrechter soms even een beslissing kort uitlegt. Dit doe ik dan ook regelmatig. Ook humor is belangrijk om als scheidsrechter te hebben. Als je dat op een slimme en effectieve manier inzet, kan het echt in je voordeel werken. Ze accepteren dat jonge broekie veel sneller als ze in de gaten krijgen dat hij niet helemaal vol van zichzelf zit.’

Guberinic vindt het moeilijk om een profielschets van zichzelf op te stellen. ‘Als scheidsrechter probeer ik zo veel mogelijk op de achtergrond op te treden en zoveel mogelijk door te laten gaan. Dat is wel een beetje de manier van fluiten, proberen het spel zo min mogelijk stil te leggen. Soms lukt dat erg goed en soms wat minder. Regels zijn echter regels en ik ben geen scheidsrechter die de kaarten op zak houdt omdat het vroeg in de wedstrijd is of niet in lijn is met de sfeer van de wedstrijd. Als iemand in de eerste minuut een doodschop uitdeelt, kan hij vertrekken. Gelukkig zijn de voetbalregels niet waterdicht. Dit zorgt er voor dat je er soms mee kunt spelen. Ik geef een speler liever een stevige publieke vermaning, dan dat ik een gele kaart uitdeel. In sommige gevallen kan dat ook gewoon.’

Dat het respect voor een scheidsrechter afneemt, vindt de student lerarenopleiding Duits wel verklaarbaar. ‘De maatschappij is harder geworden en het voetbal is daar een afspiegeling van. Ik ben wel een keer geduwd en heb als 15-jarige een wedstrijd moeten staken omdat de technische staf van de teams die ik floot weigerde een speler te verwijderen die rood had gekregen. Dat was een erg nare ervaring waar ik een aantal weken last van heb gehad. Persoonlijk vind ik dat het respect richting mij als scheidsrechter vaak wel goed is. Soms heb ik wel eens een speler of supporters die mij uitschelden, maar dat doet mij niks. Wat je wel merkt is dat dit soort scheldpartijen de laatste jaren is toegenomen.’

En dan is er natuurlijk altijd nog het samenspel met de assistenten van de wedstrijdleider. Ook daar verschilt de aanpak. ’Een scheidsrechter kan niet zonder zijn assistent en andersom ook niet. In wedstrijden zonder neutrale assistenten is mijn beslissing altijd wet. Natuurlijk maak je met de clubassistenten afspraken voor de wedstrijd. Hierin geef ik aan hoe ik het wil hebben. Als een assistent zich niet aan de afspraken houdt of als hij vlagt voor buitenspel, maar ik zie dat hij mis zit, dan beslis ik en gaat het spel gewoon verder. In een wedstrijd met neutrale assistenten is mijn beslissing niet altijd wet. Een voorbeeld hiervan komt uit de finale van de nacompetitie tussen Ruinerwold en Mildam. Hier geeft mijn assistent een doeltrap aan, terwijl ik van mening ben dat het een hoekschop is. Uiteindelijk ging ik met mijn assistent mee en gaf ik toch een doeltrap. In zulke wedstrijden is er sprake van echt teamwork en moet je zeker niet willen dat jouw beslissing de doorslag geeft.’

Meestal gaat er aan zo’n kanonnade iets vooraf wat wrevel kan opwekken en de parttime docent Duits aan het Lauwers College in Buitenpost erkent ruiterlijk dat dit hem wel eens is overkomen op het moment dat hij tijdens een duel fout zat. ‘Oh ja, natuurlijk ben ik wel eens flink de mist ingegaan. Dat ik een onterechte rode kaart uitdeelde of onterecht doelpunt had goedgekeurd. Hier doe je weinig aan. Het enige wat je kunt doen is je fout erkennen en verder gaan. Ik ben een mens en maak dus ook wel eens fouten.’

En toch moet je iedere keer maar weer zorgen dat je met een enigszins tevreden gevoel huiswaarts keert? ‘Ja, dat is wel het streven. Wanneer de verliezende ploeg na de wedstrijd massaal naar je toe komt stappen om je een hand te geven en je te complimenten, dan stap ik met een goed gevoel van het veld. Hetzelfde geldt wanneer ik weet dat ik een goede prestatie heb neergezet en mij in een bepaalde wedstrijd heb ontwikkeld. Natuurlijk lukt dat niet altijd. Ik heb meerdere keren een beoordeling gehad, waar ik van baalde of waar ik het niet mee eens was. Het mooie is, dat je hier juist ontzettend sterk van wordt. Iemand die succesvol is, heeft altijd tegenslagen doorstaan. Vaak zit er in een slechte beoordeling altijd wel een kern van waarheid. Die neem je mee naar de volgende wedstrijd. Daar kun je alleen maar beter van worden.’

Fluiten is zijn lust en zijn leven. Toch zoekt de Warffumer buiten de wedstrijden om ook zijn ontspanning. Zo vindt hij het heerlijk om te gaan hardlopen, fietsen of te gaan wandelen. Daarnaast gaat hij graag naar musea, is sterk geïnteresseerd in geschiedenis en politiek en kijkt samen met zijn vriendin graag naar een film of een goede serie. En natuurlijk ziet hij op de televisie veel voetbalwedstrijden. ‘Daar kijk ik dan vaak alleen naar, want mijn familie en mijn vriendin vinden voetbal op de buis een saaie bedoening. Ik vind het heerlijk om mezelf in mijn vrije tijd even af te sluiten van de buitenwereld en in mijn eentje naar live-wedstrijden of samenvattingen te kijken. Het maakt mij niet uit welke voetbalcompetitie dat dan is. Een samenvatting van de keukenkampioen divisie of een live-wedstrijd in de Bundesliga? Ik kan overal naar kijken. Als het maar voetbal is.’

De onlangs toegekende promotie is een flinke opsteker voor de jongeling, maar het is voor hem slechts een tussenstap op weg naar meer. ‘Mijn doel is om minimaal mijn debuut in de tweede divisie te maken. Dit wil ik binnen maximaal vijf jaar bereikt hebben. Mijn uiteindelijke droom is natuurlijk het betaald voetbal halen. Maar dat is nog heel ver weg en voor maar weinig scheidsrechters weggelegd.’