Wilhem van der Wiel is in augustus  begonnen aan zijn tweede seizoen als hoofdtrainer van vv De Fivel uit Zeerijp. Zijn entree als hoofdtrainer was geweldig, want in juni 2022 promoveerde De Fivel via de nacompetitie naar de 4e Klasse. Eigenlijk ook minimaal het niveau waar De Fivel op historische gronden hoort. Van der Wiel heeft flinke ambities. Hij mikt minimaal op de top van het amateurvoetbal, denkt stiekem aan assistent worden bij een profclub,  maar gaat voorlopig met veel enthousiasme verder in Zeerijp. De terugkeer in de 4e Klasse verliep in ieder geval naar wens, want door twee treffers van Corné Bos won De Fivel met 2-0 van SV De Heracliden.

Door Kees Bouma

Van der Wiel is 39 jaar oud en woont in Groningen. De vrijgezel begon als jeugdvoetballer bij  HS ’88 en speelde vervolgens bij Hoogezand, FVV, Lycurgus en VVK. Bij FVV en VVK speelde hij in het eerste team. Hij is langzaam in het trainersvak gerold. Hij speelde bij VVK in een vriendenteam en toen dat uit elkaar viel, werd hij gevraagd bij het eerste elftal, omdat daar een tekort was. De trainer Gerrie Terpstra had een assistent nodig en dat werd dus Van der Wiel.

Wat maakt trainer zijn leuk?
‘Progressie boeken met een groep, daar haal ik voldoening uit. En met elkaar plezier hebben in het spel.’

Waarom ben jij daar geschikt voor?
‘Ik kijk goed wat we kunnen verbeteren, soms op tactisch gebied, soms op conditioneel vlak en daar werken we aan.’

Wat vind je moeilijk als trainer?
‘Ik vind het lastig om een goed evenwicht te vinden tussen streng zijn en de teugels laten vieren. Wat accepteer je nog en wat niet. Ik vind ook, hoewel ik nog een relatief jonge trainer ben, dat de cultuur van omgaan met elkaar verandert. Ik haalde het vroeger niet in mijn hoofd een grote mond tegen de trainer te hebben.’

Train je gevarieerd of werk je vaak aan hetzelfde?
‘Ik probeer gevarieerd te trainen, maar er zijn zaken die vaak terugkomen. Bijvoorbeeld de opbouw van achteruit onder druk van storende spitsen. Een lange bal zie ik als een teken van zwakte. Daar voel ik me niet prettig bij.’

Als je op Google naar Wilhem van der Wiel zoekt stuit je op zijn avontuur in China, iets wat maar weinig amateurtrainers kunnen zeggen. Uiteindelijk liep het allemaal uit op een fiasco. Hij kreeg nauwelijks salaris en keerde na drie maanden weer terug naar zijn geliefde Groningen. Van der Wiel is momenteel ‘between jobs’, zoals dat zo mooi heet, maar was toen beleggingsadviseur. Hij  reageerde in 2016 op een advertentie van een bedrijf dat voetbaltrainers zocht om in China aan de slag te gaan. Van der Wiel zegde zijn contract op en hapte toe, maar al in het begin verliep het niet soepel. De trainer kreeg maar een derde deel van zijn beloofde salaris en bovendien was de coach die hij moest assisteren hopeloos ouderwets. Uiteraard in de ogen van Wilhem van der Wiel. Jonge jongens moesten veel krachttraining doen, ook hele lichte voetballers moesten bijvoorbeeld honderd kilo wegduwen. ‘Een ervaring rijker, een illusie armer’, zegt hij terugkijkend op dat kortstondige avontuur. Wat hij graag wil benadrukken is dat hij de mensen in het Noorden van China, waar hij werkte, zeer liefdevol en warm vond. ‘Maar het is een totalitaire staat’, benadrukt de Stadjer.

Welke trainer bewonder je en wat is de beste trainer die je zelf hebt gehad?
‘Qua voetbal bewonder ik Pep Guardiola van Manchester City. Die spelen geweldig voetbal. Qua resultaat is Ancelotti van Real Madrid natuurlijk heel goed. Hij blijft altijd rustig. Dat probeer ik zelf ook te blijven tijdens de wedstrijden, maar dat lukt niet altijd. Ik kan wel fel uit de hoek komen en heb een luide stem. Gert Haak is (na lang nadenken -KB) de beste trainer die ik heb gehad.’

Hoe bevalt het bij de dorpsclub De Fivel, wel wat nieuw voor jou?
‘Het was wel wennen. Enerzijds zijn er veel dingen goed geregeld, anderzijds moet ik zelf ook veel doen. Ik heb nu een keeperstrainer, Rik Hafkamp, die functioneert ook als een soort assistent. Hij is keeper van SV Meppen 2, in Duitsland. Aldert Weerd is mijn elftalleider. In een dorp, en dat geldt ook voor Zeerijp, heb je vaak een kleine selectie. Soms stoort het me ook wel eens dat de derde helft en het bier zo belangrijk is. Dat was in de stad anders. Maar het is ook heel gemoedelijk en gezellig. En iedereen ziet me en behandelt mij als hoofdtrainer.’

Wat gaat het seizoen brengen, hoe staat De Fivel er voor?
‘We zijn gepromoveerd via de nacompetitie, dus als we ons direct handhaven hebben we het goed gedaan. De start is in ieder geval prima geweest. Er is niet veel veranderd in de selectie. Thomas van der Veen is gestopt, maar nog wel oproepbaar in noodgevallen. Senne Bos, Jan van Buren en Daniel Robinson zijn uit de jeugd doorgestoomd naar de eerste selectie en hebben allen kans op speeltijd. Senne is de vierde Bos in onze selectie. Allemaal broers. Daniel tennist en golft ook nog, dus mogelijk is die niet altijd beschikbaar. Het is belangrijk dat er minder vaak voor de training wordt afgezegd, daar zit nog winst in.’

Wie gaat kampioen worden?
‘VVK is de grote favoriet, dat is mijn oude club. Ze hebben er drie spelers bij van eersteklasser VV Groningen en twee van Gruno uit de tweede klasse. Maar dat is op papier. Bij VVK weet je het nooit. Corenos schat ik ook hoog in. Dat is een zeer hecht team.  Holwierde is de derde titelfavoriet, na hun degradatie. Als outsiders zie ik Middelstum en DVC Appingedam.’

Hoe ga je om met verlies?
‘Oh, dan ben ik de hele dag chagrijnig. Mijn dag is verpest. Nou scheelt het wel hoe je verliest. We verloren voor de beker van The Knickerbockers. Maar na een 3-0 achterstand kwamen we terug tot 3-2 en werd het nog 5-2. Daar kan ik dan mee leven. Maar we bekerden ook tegen Stedum en dat werd gelijk, terwijl we vorig jaar twee keer van Stedum wonnen. Dan ben ik niet blij en heb ik wel wat gesprekjes met enkele spelers gevoerd.’

Tot slot, wat zijn jouw ambities?
‘Ik wil meer diploma’s halen, volgend jaar ga ik TC 2 halen en daarna wil ik graag UEFA-A doen. Ik wil graag in de top van het amateurvoetbal werken en wie weet, krijg ik een kans om als assistent bij een profclub te werken. Maar kom ik niet verder dan een leuke tweedeklasser, dan is het niet anders.’