‘Een interview met mij? Ik zou niet weten wat ik je moet vertellen.’ Een typische uitspraak van Jan Vriemoedt. De bescheidenheid zelve. Jarenlang droeg hij het rood en wit van De Pelikanen om zijn schouders. Na de fusie met Appingedam werd dat het tenue van het nieuwe DVC. Komend seizoen draagt hij het geel en zwart van vijfdeklasser WEO. Op Jan Vriemoedt kun je nog altijd een beroep doen, want zo lang de kop en het lichaam elkaar nog kunnen vinden, is stoppen voor hem geen optie. ‘Niet lullen, maar voetballen’, dat geldt wel zo’n beetje voor Jan Vriemoedt. In het middelpunt van de belangstelling staan wil hij niet. De middenvelder speelt zonder echt op te vallen, maar staat er nog altijd en wil dan ook presteren. Jan Vriemoedt is het type voetballer dat de tas op vrijdagavond klaar zet en vervolgens gigantisch baalt als een wedstrijd geen doorgang kan vinden. Hij behoort daarmee tot een zeldzaam geworden ras. Voetbal is voor velen echt een bijzaak geworden. Niet voor de rijkelijk getatoeëerde Damster. En dat wil hij in Woldendorp en omstreken nog wel even laten zien. Niemand zal hem er op betrappen dat hij met zijn neus aan het venster zit. Zo zit Jan Vriemoedt namelijk niet in elkaar. Geef hem op zaterdag een bal en hij is de gelukkigste man van de wereld. Begonnen als linksbuiten vond de aftrap van de voetballoopbaan van Vriemoedt plaats toen hij tijdens zijn zesde levensjaar de kicksen voor het eerst om de voeten trok. Zichzelf typerend als een fanatieke speler met passie voor het spelletje, groeide hij al snel uit tot een meer dan waardevolle speler. Vriemoedt heeft in zijn actieve voetbalcarrière heel wat trainers zien komen en gaan, variërend van ex-prof Steve Goble tot zijn voormalig ploeggenoot en tevens ex-prof René van der Duin. Oefenmeesters konden en kunnen nog altijd een beroep op hem doen. Ergens in het begin van de negentiger jaren van de vorige eeuw maakte hij zijn debuut in het eerste team. Dat was toen Kees Bouma trainer van De Pelikanen was. De Damsters speelden destijds, omdat de hoofdklasse nog niet bestond in het zaterdagvoetbal, in de tweede klasse en waren verschillende keren dicht bij promotie naar de eerste klasse. In 2000 degradeerde de ploeg van Vriemoedt onder trainer Steve Goble naar de derde klasse. Met Klaas-Jan Moesker aan het roer kwam Vriemoedt in 2006 nog één keer terug in de tweede klasse, maar onder Gert Dekker volgde een jaar later (al weer) degradatie. In 2010 moest De Pelikanen, destijds getraind door Jan Medema, nog een stap terug doen. Maar ook in de vierde klasse bleef de vader van twee kinderen zijn club trouw en hielp mee aan de revival met veel jonge spelers afkomstig uit de A-junioren. ‘Het seizoen 2005/2006 was mijn mooiste jaar, daarentegen is degradatie natuurlijk nooit mooi om mee te maken. Eigenlijk heb ik van elke trainer wel iets opgestoken qua techniek, inlevings- en doorzettingsvermogen, maar vooral veel ervaring.’ Hij heeft er veel aan gehad en groeide uit tot een leider in het veld, de man die niet alleen zichzelf of zijn medespelers op scherp wist te zetten, maar ook scheidsrechters van repliek diende als hij dat nodig vond. ‘Ik denk wel dat ik precies wist hoe ik een scheids mee moest krijgen, maar dit kwam meer door de ervaring al die jaren dan echt overredingskracht. Het was voor mij een combinatie van natuurlijk gedrag en ervaring.’ Zo is een veel in Damster kringen genoemd voorval het eigenhandig ingrijpen van Vriemoedt toen tijdens een wedstrijd, waarin gele kaarten een tien-minuten-straf opleverde, in het nadeel van Peli 3 dreigde uit te pakken. In een bekerwedstrijd bij Siddeburen kreeg goalie Ronald de Groot van de Damsters een gele prent. De scheidsrechter van dienst gaf aan dat Roon naar de kant moest. Hij had even niet op de scherpte van Vriemoedt gerekend. Die maakte hem duidelijk dat de regel niet voor keepers gold. Zijn charisma overdonderde de leidsman en deze liet Roon vervolgens toch maar staan. In 2013 speelde Vriemoedt, goed voor een kleine honderd doelpunten, zijn laatste wedstrijd voor het eerste elftal van De Pelikanen. Dat was tegen De Fivel uit Zeerijp. ‘Mijn kop wilde nog wel, maar mijn lichaam even niet. Stoppen was voor mij geen optie en omdat ik al vaker door vrienden was gevraagd  om bij hun te komen ballen, met als zekerheidje een prima derde helft, besloot ik voor het derde te gaan spelen.’ Het echte afscheid kwam pas twee jaar later. Ook toen was Vriemoedt liever buiten de schijnwerpers gebleven. ‘Zelf ben ik geen persoon die op de voorgrond of in de belangstelling wil staan. Daarbij stopte ik midden in het seizoen zodat ik nog een paar wedstrijden in mijn nieuwe elftal kon voetballen. Organisatorisch was het gewoon beter om het officiële afscheid later te doen.’ Vriemoedt maakte van nabij ook de fusie mee met buurman Appingedam. Niet iedereen was even gelukkig met het einde van de sportieve burenruzie, maar Vriemoedt had er geen problemen mee. ‘Ik voetbalde immers al bij De Pelikanen 3 op het veld en met VVA in een zevental 35-plussers.’ Met de fusie kwam er ook een einde aan de roemruchte voetbalhistorie van VVA, de club die in 2019 het eeuwfeest zou hebben gevierd. De nadagen van zijn voetballoopbaan slijt hij niet in anonimiteit. Vriemoedt heeft het Damster voetbal namelijk verruild voor dat van Woldendorp. Hij gaat bij vijfdeklasser WEO zijn kunsten vertonen, de club die getraind wordt door voormalig prof Bob Mulder. De oefenmeester, die als voetballer niet alleen bij FC Groningen en BV Veendam acteerde maar ook bij Appingedam vele mooie jaren heeft gekend, begint aan zijn vierde seizoen bij de geelzwarten en ziet in Vriemoedt een welkome aanvulling op zijn selectie. Het pad was echter geëffend door Rody Bos, ex-doelman van onder meer De Pelikanen en nu WEO. Er was echter nog een reden die hem de overstap deed maken. ‘De interesse werd serieus nadat ik de zoveelste mooie vrije trap van mijn zoon Giovanny in DVC JO19-1 (A1) had gemist. Ik wil hem vaker zien voetballen op de zaterdagmiddag en dat kan als ik bij WEO op zondag speel. Dus was dit besluit een win win-situatie voor mij en tevens een nieuwe uitdaging. Het is uiteraard fijn dat je als nieuweling al wat mensen kent die bij je nieuwe club actief zijn.’ Op de vraag wat hij met WEO hoopt te bewerkstelligen en of hij van plan is om langere tijd in Woldendorp te blijven, antwoordt Vriemoedt: Een mooi doel is om voor het kampioenschap te gaan, maar hoe dan ook nacompetitie te spelen. Ik kijk het per jaar aan. Zolang mijn lichaam het nog aan kan blijf ik spelen.’ De sportwereld zit door de corona-crisis op zijn achterste en dat is voor een sportman als Vriemoedt geen pretje. ‘Even vooropgesteld dat gezondheid het allerbelangrijkste is, kan ik wel zeggen dat deze periode mij geen goed doet. Geen voetbal , geen sporten in de sportschool en geen derde helft. Maar ik ben gezond, heb mijn werk, mijn gezin, mijn familie en mijn vrienden. Dat is ook belangrijk.’ Bij WEO zijn de trainingen, voor zover de regels van het RIVM dit toelaten, inmiddels weer hervat en komt de sportwereld langzaam maar zeker weer wat tot leven. Vriemoedt traint inmiddels al een aantal weken mee bij de Woldendorpers. Het is een eerste stap op weg naar herstel van wat onder andere de sporters noodgedwongen maandenlang ontzegd moest worden. Het beoefenen van hun hobby. Vriemoedt: ‘Ik hoop echt dat we als spelers en toeschouwers na de zomer weer snel met z’n allen op en naast de voetbalvelden mogen staan.’