Jos Klip denkt in moeilijke oplossingen

josklipJos Klip was speler van het Zandeweerster ZEC, vv Usquert en voetbalt tegenwoordig bij vierdeklasser Noordpool UFC. Daarnaast kwam hij uit voor het regioteam RWE Eemsmond dat in Uithuizermeeden tegen FC Groningen speelde . De geboren en getogen Delfzijlster (29) streek na veel omzwervingen uiteindelijk in Usquert neer. Klip noemt zich een liefhebber van de moeilijke oplossing, Eigenwijs en iemand die meer plezier aan de assist beleeft dan aan één van zijn weinige goals.

door Nanko Kiel

Op de vraag hoe hij met het voetbal in aanraking is gekomen, zegt Klip: ‘Als je op een dorpsschool zit met kleine klassen waarvan alle jongens voetballen is de stap makkelijk te verklaren. Als F-junior doe je nog niet aan afweging en voors en tegens. Mijn ouders waren wel van mening dat een teamsport aangevuld diende te worden met een individuele sport. Sociale vaardigheden, verantwoordelijkheid en teambuilding tegenover individuele ontwikkeling, je mannetje staan en in jezelf investeren. Daarom heb ik tot mijn vijftiende jaar meet veel plezier de judosport beoefend.

Klip begon als jeugdspeler bij voetbalvereniging Usquert die toentertijd gecombineerde jeugdteams had met ZEC uit Zandeweer. Hij doorliep alle jeugdteams. Tot de A-junioren. Dat team werd opgeheven vanwege een gebrek aan spelers. Volgens de voetballer wel te verklaren, want als je op die leeftijd zit komen er andere tijdsbestedingen om de hoek kijken zoals werken, andere hobby’s en desinteresse. In mijn jeugdjaren was ik linksbuiten. Waarom dat was? voor een verklaring daarvoor verwijs ik naar mijn jeugdtrainers. Toen ik net voor mijn zestiende gedwongen senior werd, kwam ik in de A-selectie terecht en ben daar nooit weer uit verdwenen. Voornamelijk als verdedigende middenvelder in een 4-4-2 systeem met ruit.  Bij alle clubs die ik heb meegemaakt trapte ik ook een balletje in de zaal mee en dan voornamelijk in de eerste en tweede klasse.’

Als hij zichzelf als voetballer zou moeten omschrijven, komen er termen als zeer allround, een rechtspoot en trainingsdier om de hoek. Hij heeft een lichte voorkeur voor het verdedigende aspect van het spel. Een centrale middenvelder met veel inzet en duelkracht, goede tackle, een grote radius maar geen explosiviteit. ‘Zeg maar een liefhebber van de moeilijke oplossing, eigenwijs en iemand die meer plezier aan een assist beleeft dan één van mijn weinige goals.’

In zijn voetballoopbaan heeft hij heel wat trainers versleten. In de jeugd waren dat Patrick Pieterman, Henk Meijer en Wim Koopman. Bij de senioren waren dat, in chronologische volgorde Tonny van der Molen, Rieks Timans, Bert Knapper, Sijbrand Wierema, Krijno Bos, Glenn Muskiet, Wout Kluin en nu bij Noordpool UFC natuurlijk Willem Kluin. ‘Ik ben van mening dat je van elke trainer iets opsteekt en dat het heel belangrijk is in welke leeftijdsfase een trainer je treft. Ik ben bijvoorbeeld absoluut niet meer de voetballer die ik tien jaar geleden was, zowel qua uiterlijk als speler. Bij Usquert had ik bijvoorbeeld dertig vlechten en nu een kale knar’, lacht Klip.

Als beginnend senior zegt hij meer van de spelers om zich heen te hebben opgestoken dan de trainers zelf. ‘Die waren in mijn ogen toen meer leider/coach dan trainer. Pas bij ZEC toen Sijbrand Wierema interim-coach werd gingen we veel meer op techniek trainen. Toen heb ik ook geleerd dat je als speler sneller respect hebt voor een trainer die of zelf goed kan voetballen of zich er goed over kan uitlaten. Bij Krijno Bos kwamen heel andere zaken aan het licht. Die had meer de Duitse inslag. Hij hamerde meer op  conditie, mentaliteit, teambuilding en de winst voor alles. Dat waren mooie mooie tijden. Bij Noordpool UFC is er elke week een technische en tactische training. Willem Kluin is meer trainer bijvoorbeeld. Dat komt waarschijnlijk door zijn didactische achtergrond. Technische vaardigheden zijn uiteindelijk wel het begin van het spelletje.’

Binnen elk team waar hij heeft gespeeld was Klip wel aanvoerder of vice-aanvoerder. Je zou dus kunnen stellen dat we met een leidend type speler te maken hebben. Zelf noemt hij dat ‘met gepaste trots en leidend vanuit voorbeeld. ‘ Je kunt wat hem betreft nog zoveel weten en coachen, er zal altijd een grond van acceptatie vanuit medespelers nodig zijn. Hij noemt zichzelf nog altijd een liefhebber van het spelletje. Iemand die alles voor een training of wedstrijd laat vallen. ‘Of dat goed of slecht is? Daar mogen anderen over oordelen. Het is ook net welk precedent je schept. Ik heb vanaf het begin duidelijk gemaakt bij familie, partner(s) en anderen dat voetbal voor gaat.  Om de simpele reden dat het een teamsport is en je anderen niet in de steek dient te laten. Alleen cafébezoek voor wedstrijddagen heeft wel eens wat roet in het eten gegooid.’

Cambiasso, Davids, Di Biagio, Frings zijn spelers waar hij zich graag aan spiegelt. Met een blik vol afgunst kon hij kijken naar spelers die alles konden wat hij niet beheerst. ‘En dat is nogal wat, maar waren voornamelijk sierlijke linkspoten, middenveldstrategen en de klassieke nummers tien. Spelers als Bergkamp, Zidane, Nilis, Pirlo en natuurlijk culthelden als Henke Larsson en Job Kool. Mijn favoriete club is Ajax. In het midden van de jaren negentig was ik op een leeftijd dat ik voetbal op televisie echt ging volgen. Tja, dan maak je eens een keus. Desalniettemin ben ik vaker in de Euroborg geweest om naar de plaatselijke FC te kijken.’

Zijn mooiste momenten heeft hij daar niet beleefd. Die behoren toe aan de kampioenschappen met Usquert en het afgelopen seizoen met Noordpool. Daarnaast promoveerde hij met ZEC twee keer via de nacompetitie met ZEC, maakte als junior voetbalkampen bij Be Quick in Haren mee, trof het met een voetbaltripje naar Celtic en wat hij eker niet zal vergeten is dat hij met het RWE-team toenmalig FC Groningen-speler Goran Lovre wist te poorten. ‘En natuurlijk alle vriendschappen en kennissen die ik aan het voetbal heb overgehouden. Waar ik liever niet aan herinnerd wil worden? Aan verloren trainingspartijen, gesneuvelde ramen en dakgoten, situaties van onmacht jegens een arbitraal trio en zeer matige penalties.’

Nu het item RWE toch is aangesneden, hij maakte drie keer deel uit van de selectie voor de wedstrijd RWE Eemsmond- FC Groningen.  Dat was in Roodeschool, Zandeweer en Uithuizermeeden.  ‘Volgens mij ben ik de enige speler geweest die dat is overkomen. Daarna ben ik wel weer gevraagd maar heb toen in overleg met mijn clubtrainer besloten die plek te vergeven en in die periode rust te nemen. Het seizoen gaat bijna onderbroken door wanneer je overal komt opdraven. Het heeft in mijn geval dus drie keer geduurd voor ik erachter kwam dat het een bij voorbaat kansloze zaak is en dat ik niet geschikt ben voor wedstrijden die je met 15-0 verliest. Dat is niet omdat ik ondankbaar ben, want het blijft wel een hele beleving. Ik ben blij dat ik het heb meegemaakt. Zo speel je namelijk ook nog eens met je kameraden van andere Eemsmond-clubs. Onder Peter Brekhof (2010) was het trouwens zeer prettig spelen voor die korte periode. Hij was duidelijk, helder, eerlijk en had een grote kennis van zaken.’

Een wedstrijd tussen Celtic en Glasgow Rangers meemaken staat nog op zijn verlanglijstje en als het eerste elftal geen voor de hand liggende keus meer is, hoopt Klip met leeftijdsgenoten van zowel ZEC als Noordpool in een vierde team terecht te komen. Hij noemt dat een soort All Stars-taferelen.
Samen met coach Bert van der Meer en veldtrainer Geert Jan Zijlstra is de Usquerder betrokken bij de C1-jeugd van Noordpool. Klip: ‘Ik ben daar leider en woon de wedstrijden bij als de tijden tenminste niet overlappen met het eerste elftal. In deze setting vind ik dat prachtig maar om alleen een team te coachen? Daarvoor ontbreken bijmij nog wat essentiële kwaliteiten. Vooralsnog ben ik niet mijn plan om jeugdtrainer te worden. Hoewel de beleving hierin wel honderd procent is, rustig zitten op de bank is er voor mij niet bij. Gelukkig is het een talentvolle groep met nog veel groeimogelijkheden.’

Technische vernieuwingen vinden ook in de voetbalsport hun weg, zoals het gebruik van smartphones en nieuwere ballen en voetbalschoenen. Maar wat Klip het meest opvalt is dat er tegenwoordig veel gemakkelijker wordt afgezegd voor een training of wedstrijd. ‘Los van mijn eigen ideeën daarover? Vraag maar eens wat trainers die al wat langer meelopen. Ach ja, oma’s verjaardag is ook belangrijk.’

Behalve vernieuwingen zien we ook steeds meer verruwingen in en buiten het veld. Klip zegt ook zijn  deel aan opstootjes, knokpartijen en verhitte toestanden in het veld te hebben gehad. En dat de incidenten in hoeveelheid en ernst niet veel verschillen ten opzichte van tien jaar geleden. ‘Het ligt voornamelijk aan de mensen die erbij betrokken zijn. Het type mens dat fysiek geweld hanteert laat zich niet remmen door zoiets verschrikkelijks als bijvoorbeeld grensrechter Richard Nieuwenhuizen. Die zijn zich niet eens bewust van hun hufterig gedrag en hebben geen morele rem. Wel eens een aanrijding gezien in een parkeergarage? Het is niet alleen op de voetbalvelden, het is een maatschappelijk probleem. De lontjes worden steeds korter lijkt het wel.’

Als we Jos Klip vragen wanneer voor hem het moment is aangebroken dat hij een stapje terug doet, zegt hij: ‘Dat is waarschijnlijk wanneer het lichaam zegt dat het niet meer wil. De herstelperiode na een wedstrijd wordt langer als je ouder wordt. Dinsdag, donderdag,vrijdag en zaterdag achtereen wordt een steeds grotere belasting. Blessures dienen zich ook steeds vaker aan. Vooral terugkerende zaken als liesklachten, enkel- en kniebanden. Maar ik ben van plan om zolang het lichaam het toestaat in een eerste elftal te spelen. De jonkies moeten mij er eerst maar uit zien te spelen voordat ik plaats maak.’

‘Voetbal met je hart en communiceer met je verstand’, is de boodschap die de 29-jarige zijn collega-sporters wil meegeven. Zoals hij hen ook voorhoudt dat hij altijd in de marge van het amateurvoetbal heeft gespeeld. Bescheiden als hij is zegt Klip tenslotte dat het niet zijn bedoeling is geweest om met dit interview te pretenderen dat hij een geweldige speler is. ‘Ik heb geprobeerd zo compleet mogelijk antwoord op de vragen te geven en vond het gewoon een prettig interview.’ Waarvan akte Jos. Wij hebben het met plezier gedaan.

 

No Replies to "Jos Klip denkt in moeilijke oplossingen"