Erik Zuidema: Goaltjesdief en coach

Op een van de vele voetbalsites staat dat hij 117 goals heeft gescoord. Zelf denkt hij dat het er wel wat meer zijn geweest. En die reeks zal nog wel even groeien, want het voetballen kan Erik Zuidema nog steeds niet laten en het neusje voor de goal is er ook nog altijd. Van de tot nu toe zeven Roodschoulster treffers in deze competitie komen er al weer vier van zijn voet.

De in Uithuizermeeden woonachtige docent bewegingsonderwijs kwam in Delfzijl ter wereld en groeide op in Zandeweer . Daar zette hij als F-pupil  zijn eerste schreden op de groene grasmat. Tot en met de B-ers bleef hij de groenwitten trouw, daarna verkaste Zuidema naar de A-junioren van Corenos, maakte nog een uitstapje naar Appingedam, maar trok uiteindelijk toch het wit met rood van de Roodschoulsters weer over het hoofd.

Maar liefst vijftien seizoenen stond hij in de basis van het eerste elftal. Hij zag trainers komen en gaan en iedereen was het er wel over eens dat Erik Zuidema de spits was die menigeen zou willen hebben. Slim, beweeglijk, doelgericht en trefzeker. De 35-jarige heeft heel wat tegenstanders in de luren gelegd, keepers hoofdbrekens bezorgd en waarschijnlijk nog veel meer coaches tot wanhoop gebracht.  ‘Ik denk dat ik, als je beker-, oefen- en competitiewedstrijden optelt op ongeveer tweehonderd doelpunten sta. De een is natuurlijk mooier dan de ander, maar eigenlijk maakt het niet uit hoe je scoort. Je doet het voor je team in de hoop dat het je punten oplevert.’

Zuidema dacht nog niet zo lang geleden dat het wel afgelopen was met zijn voetballoopbaan. Hij werd coach van Corenos. ‘In eerste instantie was het de bedoeling om alleen trainer te zijn. Vorig seizoen bleek echter dat we toch wel een gebrek aan routine hadden en dit seizoen helemaal doordat Willem Duinkerken, Klaas Duinkerken, Roy Reininga en Daniël Wezeman besloten te stoppen. Uiteindelijk besloot ik de kicksen toch maar weer aan te trekken. Het is best lastig om tegelijk coach en voetballer te zijn, maar gelukkig zijn Arie Duinkerken en Frits Meeuwes goeie assistenten die coaching  en trainingen ook kunnen verzorgen.  Samen kunnen we prima met deze situatie uit de voeten.’

Op de vraag of zijn spelers de situatie accepteren zoals hij is, zegt de coachende goaltjesdief: ‘Volgens  mij wel. In het begin was  het wel  lastig. Je bent toch benoemd als trainer en in eerste instantie niet als trainer/speler, maar iedereen ziet nu dat de combinatie prima werkt. Dus het zit wel goed.’

De immer goedlachse docent staat te boek als een gedreven man die het onderste uit de kan wil en dat probeert hij ook op zijn team over te brengen: Ik probeer dat altijd wel op een positieve manier te doen. Ik ben een onderwijzer en die weten ook dat je iedereen op een andere manier moet banaderen. Dezelfde aanpak werkt niet bij iedereen, maar ik wil wel dat mensen het maximale uit zichzelf halen. Dat wil ik bij mijn leerlingen, maar zeker ook bij de spelers.’

Als Zuidema gevraagd wordt om zichzelf als coach te typeren zegt hij: ‘Ik ben een rustige trainer die niet als een gek langs de lijn loopt en maar aanwijzingen naar zijn spelers schreeuwt. Ik ben van mening dat het vooral op de  dinsdagen en donderdagen moet gebeuren en dat je op zaterdag  details meegeeft. Langs de lijn heb je minder invloed dan doordeweeks. Verder hou ik van uitdagende oefenstof en is het mijn streven spelers individueel beter te maken door ze veel verantwoordelijkheden te geven en ze na te laten denken over keuzes die ze maken.’

Wat hij als een ‘zwak punt’ van zichzelf ziet is zijn gebrek aan ervaring:  ‘Ik merk van mezelf dat ik meer aandacht besteed aan de aanvallende en opbouwende kant van het team. Vooral denken in balbezit. Daarin komt de spits weer naar boven. Er moet echter zeker aandacht geschonken worden aan het omschakelen van eigen balbezit naar balbezit van de tegenstander. Dat is minstens zo belangrijk.’

En nu we het toch weer over de aanvallende kwaliteiten van Zuidema hebben, wat maakt een spits dan tot een goede spits? Zuidema: ‘Je moet niet alleen maar denken aan het willen scoren. Dat komt  vanzelf. Het is zaak om voor de goal rustig te blijven en alert zijn op verschillende situaties te zijn. Vaak kun je aan het spel wel aflezen waar de bal komt. En wanneer hij dan komt moet je vooral niet teveel nadenken.’

Over zijn ambities als trainer zegt de Meister: ‘Ik ben nu in het bezit van het diploma UEFA C. Later wil ik absoluut UEFA B nog halen, maar op dit moment ben ik enorm tevreden bij Corenos. Misschien dat ik ooit hogerop wil Daar is nu absoluut geen sprake van. De sfeer is uitstekend bij Corenos en het bevalt me prima bij deze vereniging. (foto: Antje ten Harkel-Meijer).