Werk aan de winkel voor volleybalclub Trias

Investeren in de opleiding van trainers, gestart met een recreantengroep, het vertrek van trainer/coach Dolf Langerhuizen, het terugtrekken van het eerste team uit de promotieklasse en andere zaken. Ze passeren allemaal de revue in het interview dat EemsmondSport met Jeroen Hulck van volleybalvereniging Trias had. Net als alle andere verenigingen heeft ook Trias te lijden onder de huidige crisis en moet men allerlei kunstgrepen verzinnen om de zaak draaiende te houden.

Volleybalvereniging Trias is ontstaan uit een fusie tussen de Delfzijlster club Thalassa en de Damster evenknie Memesa. In het vroege najaar van 2015 werd de oprichtingsakte ondertekend. De samensmelting toen was noodzakelijk om er voor te zorgen dat er in de regio volleybal op enig niveau gespeeld zou kunnen blijven worden. De thuiswedstrijden van het nieuwe Trias zouden beurtelings in de Brede School in Delfzijl en sporthal Eelwerd in Appingedam worden gespeeld.

Op de vraag aan Hulck hoe het Trias sinds de fusie is vergaan zegt de penningmeester: ‘Het ledenaantal is de afgelopen jaren redelijk stabiel gebleven en afgelopen seizoen zelfs iets gegroeid. De vereniging heeft geïnvesteerd in de opleiding van trainers en is afgelopen seizoen ook gestart met een mix recreantengroep. Deze groep heeft nu een kleine tien deelnemers. Bij de allerjongste jeugd tot 12 jaar, waar vorig seizoen door doorstroming naar de C-jeugd (12-13 jaar) een kleine groep leek over te blijven waren afgelopen najaar twaalf kinderen aanwezig.’

Een algemeen probleem waar ook Trias mee te maken heeft, is het aantrekken van jongens. Er wordt volgens Hulck wel aan gewerkt en hij is dan ook verheugd dat er bij de jongste categorie inmiddels vier jongens rond lopen. Al die spelers hebben een coach nodig en dat brengt ons op het vertrek van Dolf Langerhuizen. Hij is meerdere jaren aan de beide fusieverenigingen verbonden geweest, als speler en trainer. Na zijn verhuizing naar Kropswolde heeft hij een adviserende rol gehad voor met name de teamindelingen en doorstroming.

Hulck: ‘Afgelopen seizoen kriebelde het echter weer en is hij opnieuw begonnen als trainer. Dit is in combinatie gegaan met Andre Swiersema die Dames 1 reeds vanaf 2017 onder zijn hoede had. Tevens heeft Langerhuizen afgelopen seizoen training gegeven aan het eerste herenteam. We wensen hem veel succes bij zijn nieuwe uitdaging.’

Die nieuwe uitdaging ligt in Slochteren, waar Langerhuizen coach wordt van VIOS. De verhuizing was voor hem het moment om na ruim dertig jaar volleybal als trainer en speler te stoppen en zijn vrije tijd op een andere manier in te vullen. Zoals reeds gememoreerd besloot hij de handschoen toch weer op te pakken, totdat hij in december benaderd werd met de vraag of hij het eerste damesteam van VIOS uit de gemeente Midden-Groningen,  waar ook Kropswolde deel van uit maakt, zou willen trainen.

‘Lekker dicht bij huis en het is een team met potentie waarin ook oude bekenden van mijn periode Appingedam en Delfzijl spelen. Na een gesprek met TC en de spelersgroep en een proeftraining zijn we uiteindelijk tot elkaar gekomen en zal ik volgend jaar trainer zijn in Slochteren’, vertelt Langerhuizen.

Hij kijkt terug op een prachtige tijd bij Devoc 70, Thalassa, Memesa en uiteindelijk Trias. Tussendoor speelde hij ook nog drie jaar bij Sleen. Hoogtepunten als speler zijn voor hem vooral de kampioenschappen met heren 1 Devoc70, Thalassa en Memesa.

Als trainer waren het de kampioenschappen met heren 1 en dames 1 van Memesa. Het absolute hoogtepunt waren echter de PD-wedstrijden met Thalassa voor een plek in de tweede divisie. Langerhuizen: ‘Uiteindelijk lukte dat niet, maar het was fantastisch om voor een volle tribune in de Olympiahal te spelen.’

Het zijn niet uitsluitend de sportieve prestaties die hij wil benoemen. ‘Ik kan me nog veel fantastische volleybalfeesten in de Olympiahal in Delfzijl herinneren. Ook de trainingsweekenden op Terschelling en Ameland roepen veel leuke herinneringen op. Na trainingen en wedstrijden kwam het regelmatig voor dat we tot in de kleine uurtjes door gingen. Verder hebben we in de zomerperiode, als er in de zaal geen wedstrijden werden gespeeld, heel veel plezier gehad aan de weekenden van het beachcircuit aan de Noordzeekust. Ik zal Trias vooral een warm hart toe blijven dragen. Mijn dochter speelt er nog in dames 1 en daar waar mogelijk zal ik ook volgend seizoen nog regelmatig op de tribune te vinden zijn.

Langerhuizen is niet de enige waarvoor vervanging gezocht moet worden. Ook Swiersema heeft namelijk aangegeven dat dit zijn laatste seizoen was van dames 1. De Technische commissie van Trias heeft contact met mogelijke opvolgers, maar kan daar nu nog geen uitsluitsel over geven.

Door het vertrek van een viertal spelers uit het eerste team was men bij Trias genoodzaakt het afgelopen seizoen van drie herenteams terug te gaan naar twee. De meeste heren hebben een gevorderde leeftijd waardoor de ambitie om zo hoog mogelijk te spelen plaats heeft gemaakt voor andere prioriteiten. Het tweede team kon aangevuld worden met verse krachten uit het derde, maar het vlaggenschip van de club onderging een complete renovatie, waarbij men uiteindelijk tot een geheel kwam door spelers uit alle drie de geledingen samen te voegen.

Hulck: ‘Heren 1 heeft hierbij naar behoren gepresteerd en leek zich voor de coronacrisis op eigen kracht te handhaven in de promotieklasse. Ze hebben de hele competitie rond de plaatsen vier tot en met acht gespeeld. Bij dames 1 was de verwachting wat hoger. Promotie was een voorzichtig uitgesproken doelstelling. Wij hadden gehoopt dat de dames de strijd met Setuppers en Annen wat langer vol zouden kunnen houden, maar we bleken voornamelijk in de onderlinge duels een maatje te klein. Over de breedte genomen hebben alle overige teams aan de verwachting voldaan. Meisjes A was zelfs in de race voor het kampioenschap.’

De vraag is hoe Trias het volgend seizoen in gaat, wanneer die ook maar van start mag gaan. Is het bijvoorbeeld reëel om te stellen dat men het huidige niveau moet kunnen handhaven? ‘In het algemeen denk ik dat we voldoende kwaliteit hebben, zeker voor de damesteams, om in ieder geval het huidige niveau te kunnen handhaven.’

Bij de heren wordt het volgens Hulck nog een puzzel, gezien het feit dat veel oudgedienden zijn vertrokken en er minder aanwas is vanuit de jeugd dan bijvoorbeeld bij de dames. ‘Dit heeft automatisch ook zijn uitwerking op het niveau. Het eerste herenteam hebben we door de uitdunning gedwongen uit de promotieklasse terug moeten halen. Een en ander houdt in dat Trias nu nog een herenteam op het niveau van de eerste klasse heeft.’

Bij Dames 1 stopt Nienke Haaijer, waarvan nog niet bekend is wat zij gaat doen. Marjan Bodde is in blijde verwachting en zal voorlopig niet spelen. Trias heeft echter enkele talenten bij meisjes A die men bij het eerste en tweede damesteam een kans wil geven.

Bij het voetballen zie je vaak dat bij lange periodes van stilstand spelers naar andere clubs vertrekken of andere prioritieten laten prevaleren. Trias vormt daar geen uitzondering op, al is het dan ook op beperkte schaal. Hulck: ‘Bij ons komt dat incidenteel voor. Uitzonderlijke talenten met ambities zijn voor ons moeilijk vast te houden en als het niveauverschil te groot wordt moet je dat ook niet willen als vereniging. Veel van de huidige spelers zijn samen vanuit de jeugd doorgegroeid en het niveau is aan elkaar gewaagd. Bij de dames streven wij ernaar om op redelijke termijn het eerste team een niveau hoger te laten spelen.

Er is dus nog voldoende werk aan de winkel voor Trias, dat zich vooralsnog moet beperken tot het regelen van zaken op iets meer dan anderhalve meter afstand. Inherent aan de situatie waarin de wereld zich momenteel bevindt. De maatschappij stelt zichzelf momenteel andere prioriteiten, maar dat clubs zich zorgen maken moge duidelijk zijn. Trias vormt daar geen uitzondering op.

 

No Replies to "Werk aan de winkel voor volleybalclub Trias"