Eltje en Zwannie Pijper zijn vergroeid met Poolster

Je hebt mensen die hun pantoffels, spreekwoordelijk gezien, niet thuis onder de kapstok hebben staan, maar bij de club waar ze zich met ziel en zaligheid voor inzetten. Eltje Pijper uit Spijk is zo’n man. Hij is al een groot deel van zijn leven aan vierdeklasser Poolster verbonden. En omdat het bloed vaak kruipt waar het eigenlijk niet gaan kan, volgde echtgenote Zwannie al snel. Het duo heeft veel, zo niet alles over voor de club waarvan ze zeggen dat ze er na al die jaren nog steeds niet zonder kunnen. Poolster is een deel van hun leven geworden.

Er is geen vereniging die zonder vrijwilligers kan. En die heb je in allerlei categorieën. De een doet het er nog even naast, de ander rolt er als vanzelf in en maakt er daarna een levenswerk van. Bij Eltje (69) en Zwannie Pijper (68) uit Spijk zou je gemakkelijk een dergelijke vergelijking kunnen trekken.

Eltje is al van jongs af met de voetbalsport vergroeid. Op de lagere school voetbalde hij vaak op het schoolplein en anders was er altijd wel ergens een grasveld te vinden waar je tegen een bal kon trappen. Dat soort activiteiten ontging ook voetballiefhebber meester Evert Brontsema niet. De man met de erenaam Lotsy was, naast zijn onderwijzersschap vele jaren de meest befaamde en bijna legendarische voorzitter van Poolster. Door hem werd de Onderlinge Voetbalbond (OLVB) opgericht waarvan hij de competitieleider was. Verder was hij ook voorzitter van de ijsclub. De Stichting Sportveld Spijk kwam door hem van de grond en hij had een groot aandeel in de totstandkoming van het voormalige sportveld aan de Alberdaweg. Hij spoorde de jeugd graag aan om lid van zijn Poolster te worden. En dat gebeurde dan ook meestal wel.

De jonge Eltje doorliep de jeugd van de geelzwarten, maar zou het eerste elftal niet halen. Hij bleef in Poolster 3 hangen en viel, vanwege blessureleed, regelmatig in bij de reserves. Eén keer mocht hij zijn opwachting in het vlaggenschip maken. Zijn mooiste herinneringen bewaart hij echter aan het A-elftal van 1967 waarmee hij kampioen werd. In dat team, geleid door Piet Schoneveld met als vaste scheidsrechter Hayo van der Ploeg, speelden ook Jan Brontsema, Piet Pijper en Menco Flikkema.

Knieproblemen, gescheurde banden en een kapotte meniscus, waren er de oorzaak van dat Eltje het voetballen aan anderen moest overlaten. ‘Als ik was doorgegaan, was de kans groot geweest dat ik in een rolstoel was beland. Niet zo’n leuk vooruitzicht en dus besloot ik te stoppen. Ik heb een jaar helemaal niets aan sport gedaan en besloot daarna te gaan fietsen. Dat beviel me zo goed dat ik me toen bij De Blauwe Trein in Godlinze heb aangesloten.’

De tochten werden steeds langer. Een rondje IJsselmeer in één dag, een rondje Nederland in vijf dagen voor de bloedbank, niets leek te dol. In de tien jaar op de pedalen viel hij twee keer met als gevolg een gebroken sleutelbeen en op den duur problemen aan zijn schouder die hem min of meer dwongen om ook de racefiets aan de kant te zetten.

Echtgenote Zwannie was toen al aardig ingeburgerd geraakt bij Poolster. Zij draaide kantinediensten en omdat Eltje van haar goede berichten over de club hoorde, besloot hij toch maar weer om de hoek van de deur te gaan kijken. In 1995 vroeg toenmalig voorzitter Adri van Kooten hem of hij belangstelling had in een bestuursfunctie. ‘Ze zochten eigenlijk iemand die als gastheer zou fungeren. Tijdens thuiswedstrijden van eerste elftal de scheidsrechter en tegenstander kon ontvangen en bij uitwedstrijden het bestuur te vertegenwoordigen.’

Hij besloot op het aanbod in te gaan en dus was Eltje weer terug op het oude nest. Hij zou 24 jaar deel uitmaken van het bestuur, als gastheer was hij zelfs nog een jaar langer een van de gezichten van Poolster. De vereniging bedankte hem afgelopen jaar voor een kwart eeuw trouwe dienst en benoemde Eltje tijdens een feestavond tot erelid. ‘Ik was compleet verrast toen voorzitter Edward Stulp met die mededeling kwam. Het toont hoezeer de club wil laten blijken dat ze het waarderen wat mensen doen.’

Je zou zeggen dat een dergelijke mijlpaal tot een stapje terug zou leiden, maar niets is minder waar. Zwannie draait na 36 jaar nog steeds kantinediensten en Eltje is regelmatig op het sportpark te vinden omdat er altijd wel iets te doen is. Ook is hij de contactpersoon richting gemeente betreffende gebouwen en velden. In de loop der jaren heeft het tweetal de vereniging flink zien veranderen. Een bazaar met verloting, de kantine-inkoop en samen met Bouke Brontsema, Tonny Boer en Ria van Kooten een bardienst draaien tijdens een trainingskamp elders als er ter plekke geen personeel was? Ach, het hoorde er destijds allemaal bij.

Tijden veranderen echter. Eind jaren negentig kon er, mede dankzij een grote dosis zelfredzaamheid, een nieuwe bestuurskamer, kleedkamers en scheidsrechterkamer gerealiseerd worden. In 2016 werd er begonnen met de aanleg van een kunstgrasveld. Die zou een jaar later in gebruik worden genomen.

Hoewel nog niet bekend is wanneer een en ander gestalte krijgt, is het de bedoeling dat er een nieuwe kantine, nieuwe kleedkamers en een nieuw gymgebouw op het sportpark zullen verrijzen. Op het tweede veld van de Spijkster club wordt momenteel een kindcentrum gerealiseerd. Aan de achterkant van dat gebouw zal een half veld voor de jeugd worden aangelegd.

Eltje en Zwannie roemen de verbondenheid binnen de club. Als er wat georganiseerd moet worden zijn er altijd wel vrijwilligers te vinden, al wordt het vandaag de dag wel steeds lastiger. ‘We zouden best wat meer vrijwilligers voor de kantine en de jeugd kunnen gebruiken. Die moet je dan vooral onder de ouders van de jeugdvoetballers en bij 65-plussers proberen te vinden. Vroeger was het heel normaal dat je iets extra’s voor de club deed. Tegenwoordig is dat niet zo vanzelfsprekend’, vindt Eltje.

Uiteraard gaat het gesprek niet alleen over de frikandel en het biertje in de kantine, het oppoetsen van reclameborden of ophangen van de vlaggen. Ook de resultaten binnen de lijnen worden nauwlettend door het duo gevolgd. Volgens Eltje heeft Poolster er goed aan gedaan om oud-speler Jeroen de Groot trainer van de club te maken. ‘Hij is hier bekend en weet wat er binnen de vereniging speelt. Ik denk dat we met dit team voor de middenmoot moeten gaan en dan maar op een toetje moeten gokken. We hebben een jonge ploeg die nu zeven punten uit vier wedstrijden heeft behaald. Dat kun je rustig een verdienstelijk resultaat noemen. Helaas ligt de competitie door corona nu stil wat een verstandig besluit is. Het is te hopen dat het niet te lang gaat duren, al vrees ik het ergste.’

Het zesde erelid van de huidige vierdeklasser en zijn vrouw lopen weg met hun club. ‘Ik weet niet hoe het met een ander zit, maar het vrijwilligerswerk zit me in het bloed’, zegt Eltje. Waarop Zwannie hem aanvult door te stellen dat ze nog altijd met veel plezier de kantinediensten draait. ‘Het houdt je jong als je met jonge mensen mag werken.’ Ze hoeven er dan ook niet lang over na te denken om een antwoord te geven op de vraag of ze wel eens aan stoppen denken. ‘Zo lang we gezond zijn blijven we vrijwilliger. Poolster is een deel van ons leven geworden. We kunnen niet zonder (foto: Angela Smit-Flikkema).

No Replies to "Eltje en Zwannie Pijper zijn vergroeid met Poolster"